30 LIJST MET SYMBOLEN
30.1
Rode pictogrammen geven een storingstoestand aan, waarbij meteen moet worden ingegrepen.
30.2
Gele of oranje pictogrammen geven een storingstoestand aan, waarbij binnen korte tijd moet worden ingegrepen.
Actieve rijhulpen worden eveneens met gele of oranje pictogrammen aangegeven.
316
Rode pictogrammen
Controlelampje wegrijblokkering brandt/knippert rood – Status- of foutmelding bij de alarmin-
stallatie.
Waarschuwingslampje oliedruk brandt rood – Oliedruk is te laag. Onmiddellijk veilig stoppen
en de motor afzetten.
Gele of oranje pictogrammen
Controlelampje storing brandt geel – De OBD heeft een fout in de voertuigelektronica
geconstateerd. Volgens de verkeersregels stoppen en contact opnemen met een geautoriseerde
KTM-garage.
ABS-waarschuwingslampje brandt geel – Status- of foutmelding bij het ABS.
TC-controlelampje brandt geel – MTC (
Het TC-controlelampje brandt ook als er een fout wordt herkend. Contact opnemen met
geautoriseerde KTM-garage. Het TC-controlelampje knippert als MTC actief ingrijpt of als de
Launch Control (
pag. 125) is geactiveerd.
Algemeen waarschuwingslampje brandt geel – Een aanwijzing of een waarschuwing voor de
veiligheid is gedetecteerd. Dit wordt ook op het display weergegeven.
pag. 256) is niet actief of is bezig met regelen.