10 RIJ-INSTRUCTIES
132
–
Nadat met een volledig opengedraaide gashendel de maximale
snelheid is bereikt, deze tot ¾ gas terugdraaien. Pas uw snel-
heid aan de weggesteldheid en weersituatie aan. De snelheid
verlaagt nauwelijks, maar er wordt aanmerkelijk minder brand-
stof verbruikt.
–
Pas uw snelheid aan de weggesteldheid en weersituatie aan.
Vooral in bochten mag niet worden geschakeld en slechts voor-
zichtig gas worden gegeven.
–
Voor het terugschakelen van de motorfiets indien nodig afrem-
men en tegelijkertijd gas terugnemen.
–
Koppelingshendel trekken en in een lagere versnelling schake-
len, koppelingshendel langzaam vrijgeven en gas geven of nog
een keer schakelen.
–
Als de motor bijvoorbeeld afslaat bij een kruispunt,
hoeft u alleen de koppelingshendel te trekken en de
noodstopschakelaar/e-startknop in de onderste stand
drukken. De versnelling hoeft niet in stationair te worden
geschakeld.
–
Zet de motor uit als het voertuig langere tijd met stationair toe-
rental draait of stilstaat.
–
Als tijdens het rijden het waarschuwingslampje oliedruk
begint te branden, moet u meteen stoppen en de motor uit-
schakelen. Contact opnemen met geautoriseerde KTM-garage.
te