16.12
Koplampinstelling controleren
–
Voertuig op een horizontale ondergrond voor een lichte muur
zetten en in de hoogte van het midden van de koplamp een
markering aanbrengen.
–
Nog een markering aanbrengen op een afstand
eerste markering.
Voorgeschreven waarde
B
Afstand
–
Voertuig op een afstand
400726-10
het dimlicht inschakelen.
Voorgeschreven waarde
A
Afstand
–
Nu gaat de bestuurder, eventueel met bagage en passagier op
de motorfiets zitten.
–
Koplampinstelling controleren.
De grens tussen licht en donker moet bij een gebruiksklare
motorfiets met bestuurder, eventueel met bagage en passa-
gier, precies op de onderste markering liggen.
»
Als deze grens tussen licht en donker niet overeenkomt
met de voorgeschreven waarde:
–
Lichtbundelbreedte van de koplamp instellen.
(
5 cm
A
loodrecht voor de muur zetten en
5 m
pag. 238)
ELEKTRONICA 16
B
onder de
237