2.2 SCHOORSTEENA ANSLUITING/ VERBINDINGSSTUK
De Renova B wordt met verbindingsstukken uit min. 2 mm dik plaatstaal
met de schoorsteen verbonden. Deze moeten voldoen aan DIN 1298 resp.
DIN EN 1856-2 en conform DIN 18160 resp. de landspecifieke voorschrif-
ten worden aangesloten op de schoorsteen/rookgasinstallatie. Er dient op
te worden gelet, dat het rookgaskanaal wordt geïnstalleerd in een zo kort
mogelijk, stijgend, traject naar de schoorsteen. Probeer hierbij indien moge-
lijk geen bochten in het rookkanaal te maken. Bovendien moet het rook-
gaskanaal met een ingemetselde wanddoorvoer op de schoorsteen worden
aangesloten en worden afgedicht. Eventueel moet het rookgaskanaal met
klemmen worden bevestigd om te garanderen dat het stevig genoeg vast zit.
Ook eventuele verbindingsstukken moeten worden afgedicht! Als de rook-
gasbuis doorheen componenten met brandbare materialen voert, moet deze
buis overeenkomstig de voorschriften worden geïsoleerd. De verbindings-
leiding moet zodanig worden gemonteerd, dat deze op ieder moment kan
worden gereinigd. Dit dient te worden gegarandeerd door een voldoende
aantal reinigingsopeningen te voorzien. Om de schoorsteenonderdruk te
meten moet een meetaansluiting worden ingebouwd op een toegankelijke
plek in de verbindingsleiding.
2.3 INBOUW DRA AISCHIJF / LUCHTINSTELLINGSHEN-
DEL / STELMOTOR VOOR S-THERMATIK
Na de levering kan de montage van de draaischijf/luchtregeling nodig zijn
doorheen de verbrandingskamer in de bodemruimte van de haard. (bijv.
uitvoering met S-Thermatik). De montage gebeurt niet in de fabriek, omdat
zowel de steradapter (krachtsluiting tussen de stelmotor en de draaischijf),
en de stelmotor voor de S-Thermatik naar onder uit het toestel uitsteken.
Tijdens het transport en de montage zouden deze worden beschadigd.
Voor de montage is de uitbouw van de voorste chamotten van de ver-
brandingskamer (chamottesteen nr. 7 en 8 afb. 4) en de bodem van de
verbrandingskamer vereist (zie 2.4). Het inbouwen van het luchtmechanisme
dient te gebeuren zoals afgebeeld in afb. 2. De luchtinstellingshendel moet
in de stand „gesloten" staan (luchtinstellingshendel tegen linker aanslag),
om de primaire luchtklep te kunnen gebruiken. Na de montage moet de
werking van de luchtregeling worden gecontroleerd voordat de bodem van
de verbrandingskamer wordt teruggeplaatst.
Het gat van de gelede arm
Gaten voor de houder van de stelmotor (alleen bij
moet op de bout van de
S-Thermatik).
luchtverstellingshendel
Het onderaan inbouwen van de stelmotor gebeurt
worden gestoken.
via de grote uitsnede in de grondplaat.
NL 8
Steradapter
voor
krachtsluiting
Draaischijf
VA Glijplaat
Grondplaat
Afb. 2