2. MONTAGE
De installatie moet worden uitgevoerd door een gespecialiseerde firma en
moet voldoen aan de onderstaande eisen. Bij de montage van de conform
DIN EN 13229 gekeurde haard bestaat de mogelijkheid nageschakelde
keramische of metalen rookgaskanalen te gebruiken. Indien een gesloten
installatie (hypocaust) moet worden gebouwd, moet het volgende worden
verzekerd:
• Correcte bouw van de hypocaust volgens de regels van het vak
• Isolatie van te beschermen componenten. De in deze handleiding aan-
gegeven isolatiedikten voldoen aan de vereisten van de norm DIN EN
13229 bij een warmeluchtinstallatie, d.w.z. bij geopende toevoer- en
omgevingsluchtopeningen.
• Bij het inbouwen van kabels, armaturen, regelingen of watervoerende
componenten mogen de max. omgevingstemperaturen hiervan niet wor-
den overschreden.
• Indien frontplaatjes moeten worden aangebracht, moeten deze aan
de kant van de verbrandingskamer worden verlucht, zodat ze worden
gekoeld en niet kunnen vervormen.
Bij de installatie, aansluiting en werking van de haard Nova F moeten alle
vereiste nationale en Europese normen zoals de plaatselijke voorschriften
(DIN, DIN EN, bouwverordeningen, stookverordeningen, enz.) worden in acht
genomen en toegepast!
HeizAnlV:
Verordening voor verwarmingsinstallaties
FeuVo:
Stookverordening van de regio
1. BlmschV
Duitse immisieverordening
EnEV
Energiebesparingsverordening
TR-OL
Vakregels voor haarden en luchtverwarming
DIN 1298 / EN 1856: Verbindingsstukken voor stookinstallaties
DIN EN 13229
Inbouwhaarden inclusief open haarden voor vaste
brandstoffen
DIN EN 50165
Elektrische uitrusting van niet-elektrische apparaten
voor huishoudelijk gebruik en gelijkaardige doelein-
den - Veiligheidseisen
DIN EN 13384
Rookgasinstallaties berekeningsmethode
DIN 18160-1/2
Rookgasinstallaties/Huisschoorstenen
DIN EN 12828 /
Verwarmingsinstallaties in gebouwen
DIN 4751
Planning van warmwaterinstallaties
LBO
Toepasselijke nationale bouwverordening
Deze opsomming van richtlijnen beoogt niet volledig te zijn.
Opgelet: In de bevestigingspunten voor de draaghulp (4x voor, 4x achter)
zijn kunststof stoppen gebruikt. Deze moeten na de installatie worden ver-
wijderd, zodat ze tijdens het stoken niet opbranden of verdampen.
2.1 MINIMUMDIAMETER CONVECTIELUCHT
De minimumdiameters voor de convectielucht (toegevoerde lucht en omge-
vingslucht) in de bekleding resp. de verwarmingskamer moeten als volgt
worden uitgevoerd.
Warme lucht:
1500 cm² bij de bovenste delen van de bekleding
Koude lucht:
1700 cm² bij de onderste delen van de bekleding
De minimumdiameter mag over meerdere openingen worden verdeeld. Aan-
vullend moet rekening worden gehouden met de vakregels voor haarden en
luchtverwarming (TR-OL 2006).
NL 7
NL