De sensor mag geen contact maken met andere onderdelen
op de fiets.
OPMERKING: De LED knippert vijf seconden groen om de
werking te bevestigen nadat het wiel twee keer is
rondgegaan.
De cadanssensor installeren
OPMERKING: Als u deze sensor niet hebt, kunt u deze stap
overslaan.
TIP: Garmin raadt u aan uw fiets stevig vast te zetten in een rek
tijdens de installatie van deze sensor.
1
Kies de bandgrootte die nauw aansluit op de pedaalarm
Bij twijfel kiest u de kleinste band die om de pedaalarm past.
2
Plaats de platte kant van de cadanssensor aan de
binnenkant van de pedaalarm, aan de kant waar niet de
aandrijving zit.
3
Trek de banden
om de pedaalarm en bevestig deze aan
de haken
op de sensor.
4
Draai de pedaalarm rond om de afstand te controleren.
De sensor en banden mogen niet in contact komen met enig
onderdeel van uw fiets of schoen.
OPMERKING: De LED knippert vijf seconden groen om de
werking te bevestigen nadat de pedaalarm twee keer is
rondgegaan.
5
Maak een testrit van 15 minuten en inspecteer de sensor en
banden om te controleren of er geen beschadiging optreedt.
Snelheid- en cadanssensors
De cadansgegevens van de cadanssensor worden altijd
opgenomen. Als er geen snelheid- en cadanssensor zijn
gekoppeld met het toestel, worden GPS-gegevens gebruikt om
de snelheid en afstand te berekenen.
De cadans is de pedaal- of draaisnelheid. Deze wordt gemeten
aan de hand van het aantal omwentelingen van de pedaalarm
per minuut (RPM).
Gegevens middelen voor cadans of vermogen
De instelling voor het middelen van gegevens die niet gelijk zijn
aan nul, is beschikbaar als u tijdens het trainen een optionele
cadanssensor of vermogensmeter gebruikt. Standaard worden
nulwaarden die optreden als u niet trapt, genegeerd.
U kunt de waarde van deze instelling wijzigen
gegevens vastleggen, pagina
De draadloze sensoren koppelen
Voordat u kunt koppelen, moet u de hartslagmeter omdoen of
de sensor plaatsen.
Koppelen is het maken van een verbinding met ANT+ of
Bluetooth draadloze sensors, bijvoorbeeld het verbinden van
een hartslagmeter met uw Garmin toestel.
1
Breng het toestel binnen 3 m (10 ft.) van de sensor.
18
(Instellingen voor
24).
OPMERKING: Zorg ervoor dat u minstens 10 m (33 ft.) bij
sensoren van andere gebruikers vandaan bent tijdens het
koppelen.
2
Selecteer
> Sensors > Voeg sensor toe.
3
Selecteer een optie:
• Selecteer een sensortype.
• Selecteer Zoek alles om sensors in de buurt te zoeken.
Er wordt een lijst met beschikbare sensoren weergegeven.
4
Selecteer een of meerdere sensoren om te koppelen met uw
toestel.
5
Selecteer Voeg toe.
.
Wanneer de sensor is gekoppeld met uw toestel, is de
sensorstatus Verbonden. U kunt een gegevensveld
aanpassen om sensorgegevens weer te geven.
Trainen met vermogensmeters
• Ga naar
www.garmin.com/intosports
sensors die compatibel zijn met uw toestel (zoals Vector
• Raadpleeg voor meer informatie de handleiding van uw
vermogensmeter.
• Pas uw vermogenszones aan uw doelen en mogelijkheden
aan
(Uw vermogenszones instellen, pagina
• Gebruik bereikwaarschuwingen om te worden gewaarschuwd
wanneer u een bepaalde vermogenszone bereikt
(Bereikwaarschuwingen instellen, pagina
• Pas de vermogensgegevensvelden aan
gegevensscherm toevoegen, pagina
Uw vermogenszones instellen
De waarden voor deze zones zijn standaardwaarden en passen
mogelijk niet bij uw persoonlijke vaardigheden. U kunt uw zones
handmatig aanpassen op het toestel of gebruikmaken van
Garmin Connect. Als u weet wat uw FTP-waarde (Functional
Threshold Power) is, kunt u deze opgeven zodat de software
automatisch uw vermogenszones kan berekenen.
1
Selecteer Mijn statistieken > Trainingszones >
Vermogenszones.
2
Voer uw FTP-waarde in.
3
Selecteer Op basis van:.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer watt om de zones in watt weer te geven en te
wijzigen.
• Selecteer % FTP om de zones als een percentage van uw
FTP-waarde weer te geven en te wijzigen.
De vermogensmeter kalibreren
Voordat u uw vermogensmeter kunt kalibreren, moet deze
correct zijn geïnstalleerd, gekoppeld met uw toestel en actief
gegevens vastleggen.
Raadpleeg de documentatie van de fabrikant voor instructies
over het kalibreren van uw vermogensmeter.
1
Selecteer
> Sensors.
2
Selecteer uw vermogensmeter.
3
Selecteer Kalibreer.
4
Zorg dat uw vermogensmeter actief blijft door te blijven
trappen tot het bericht wordt weergegeven.
5
Volg de instructies op het scherm.
Vermogen in de pedalen
Vector meet het vermogen in de pedalen.
Vector meet een paar honderd keer per seconde de kracht die u
uitoefent. Vector meet ook uw cadans of pedaalrotatiesnelheid.
Door de kracht, de richting van de kracht, de rotatie van de
pedaalarm en de tijd te meten, kan Vector het vermogen
voor een lijst met ANT+
).
™
18).
22).
(Een
22).
Draadloze sensoren