De functies instellen (Programmastand)
In de stand R (Programma) worden sluitertijd en diafragma
automatisch ingesteld bij het maken van een opname. U kunt wel andere
functies selecteren, zoals de flitsinstelling of de opnameresolutie.
3
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamestandenpalet wordt weergegeven.
2
Selecteer R (Programma) met de vierwegbesturing
(2345).
3
Druk op de knop 4.
De programmastand wordt
geselecteerd en de camera keert
terug naar de opnamestand.
Als de camera een gezicht van een
persoon detecteert, wordt de functie
Gezichtsdetectie geactiveerd en
verschijnt het gezichtsdetectiekader
(p.77).
4
Stel de functies in die u wilt gebruiken.
Zie "De opnamefuncties instellen" (p.120 - p.155) voor meer informatie
over het instellen van de functies.
5
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera
het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
84
Ontspanknop
Vierwegbesturing
4-knop
P
38
38
38