5
Selecteer [Resolutie]
en [Kwaliteitsniveau].
Kies de grootte en kwaliteit met
de vierwegbesturing (45).
Gebruik de vierwegbesturing (23)
om te wisselen tussen [Resolutie]
en [Kwaliteitsniveau].
6
Druk op de knop 4.
Er verschijnt een venster waarin om bevestiging van het overschrijven
van de opname wordt gevraagd.
Als de geselecteerde opname beveiligd is, wordt de verwerkte
opname opgeslagen als nieuwe opname en verschijnt de het
bevestigingsvenster niet.
7
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om [Overschrijven] of
5
[Opslaan als] te selecteren.
8
Druk op de knop 4.
De opname met het gewijzigde formaat wordt opgeslagen.
Opnamen uitsnijden
U kunt het ongewenste gedeelte van een opname verwijderen en
de aangesneden opname bewaren als afzonderlijk bestand.
U kunt opnamen die gemaakt zijn met een resolutie van j
(3216×3216) of panoramische opnamen en films niet uitsnijden.
1
Activeer de stand Q en kies met de vierwegbesturing
(45) de opname die u wilt uitsnijden.
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het weergavepalet verschijnt.
196
Resolutie
Kwaliteitsniveau
Kwaliteitsniveau
Kwaliteitsniveau
MENU
MENU
MENU
MENU
MENU
Stop
Stop
Stop
Oorspronkelijk beeld
Oorspronkelijk beeld
Oorspronkelijk beeld
overschrijven?
overschrijven?
overschrijven?
Overschrijven
Opslaan als
Onderbreken
14M
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK