U kunt het opnamegebied wijzigen door op de zoomknop te drukken (p.87).
Rechts (x) Vergroot het onderwerp.
Links (w) Verbreedt het opnamegebied dat de camera vastlegt.
3
Druk de ontspanknop
tot halverwege in.
Onder donkere opname-
omstandigheden activeert
de camera het AF-hulplicht.
Het scherpstelkader
(of gezichtsdetectiekader) wordt groen
3
wanneer de camera het onderwerp
op de juiste afstand scherp stelt.
4
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
Afhankelijk van de lichtomstandigheden gaat de flitser automatisch af.
De opname verschijnt tijdelijk op het scherm (Momentcontrole: p.74)
en wordt vervolgens opgeslagen op de SD-geheugenkaart of in het
interne geheugen.
Druk op de groene toets om de stand 9 (Groene modus) te activeren
en de camera automatisch alle opnamestanden te laten instellen (p.85).
Gebruik van de ontspanknop
De ontspanknop werkt in twee stappen, en wel als volgt.
Tot halverwege indrukken
Dit verwijst naar het voorzichtig indrukken van de ontspanknop tot
de eerste stand. De scherpstelling, belichting en witbalans worden
vergrendeld. Wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt
en de camera heeft scherp gesteld op het onderwerp, wordt het
scherpstelkader op het scherm groen. Wanneer er niet op het
onderwerp is scherp gesteld, is dit scherpstelkader wit.
72
1 / 2 5 0
F 4 . 6
3 8