1
Kies in de stand Q met de vierwegbesturing (45)
de opname waaraan u een kader wilt toevoegen.
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het weergavepalet verschijnt.
3
Gebruik de vierwegbesturing
(2345) om E (Creatief
kader) te selecteren.
4
Druk op de knop 4.
Het scherm verschijnt waarin u het creatieve- kadertype kunt
selecteren.
5
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om een creatief-
kadertype te selecteren, en druk
op de knop 4.
Het kaderinstelscherm verschijnt.
6
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om [Kadertype] te
selecteren, en druk op de
vierwegbesturing (5).
7
Selecteer een kadertype met de vierwegbesturing (23)
en druk op de vierwegbesturing (4).
8
Stel [Kleur] op dezelfde manier in als bij stap 6 en 7.
9
Stel de positie van het kader en de opname in.
Zie "De positie van het kader en een opname instellen" (p.219)
voor bijzonderheden.
Creatief kader
U k u n t e e n k a d e r t y p e e n
k a d e r k l e u r k i e z e n . O o k
k u n t u t e k s t i n v o e r e n .
Stop
MENU
Onscherpte
Kader maken
Kader maken
Kader maken
Onderbreken
Onderbreken
Onderbreken
Kadertype
Kleur
Kleur
Kleur
Tekststempel
Tekststempel
Tekststempel
Positie-instelling
Positie-instelling
Positie-instelling
Stop
Stop
Stop
MENU
MENU
MENU
1 / 2
OK
OK
5
OK
OK
OK
OK
OK
Opslaan
Opslaan
Opslaan
OK
OK
OK
217