* Welke items worden weergegeven, is afhankelijk van de
geselecteerde [Beeldtint] in het menu [A Opnemen]. Als u [Helder] of
[Natuurlijk] hebt geselecteerd, wordt [Kleurverzadiging] weergegeven.
Als u [Monochroom] hebt geselecteerd, wordt [Kleur aanpassen]
weergegeven.
Toegewezen items wijzigen
Druk op de groene toets in de opnamestand om het scherm Fn-instelling
weer te geven. Selecteer een item met de vierwegbesturing (2345)
en druk op de vierwegbesturing (23) of (45) om instellingen te
3
wijzigen.
De beeldscherpte instellen (Scherpte)
U kunt een opname scherpe of zachte contouren geven.
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Scherpte]
te selecteren.
3
Gebruik de vierwegbesturing
(45) om het scherpteniveau
te wijzigen.
F Zacht
G Normaal
H Scherp
4
Druk op de knop 3.
De instelling wordt opgeslagen en de camera keert terug naar de
opnamestand.
150
4 / 4
Opnemen
Scherpte
Kleurverzadiging
Contrast
Datumafdruk
Uit
IQ-verbeteraar
Macrolamp
Einde
MENU