nl Uw apparaat leren kennen
Symbool
Functie
50 - 275
Temperatuurbereik
1, 2, 3
Grillstanden
of
I, II, III
Opwarmindicatie
Het apparaat geeft aan wanneer het opwarmt.
Wanneer het apparaat opwarmt, is op het display ver-
licht. In de verwarmingspauzes dooft het symbool.
Wanneer u voorverwarmt, is het optimale tijdstip voor
het inschuiven van het gerecht bereikt zodra het sym-
bool de eerste keer dooft.
Stand
0
1-9
5.4 Binnenruimte
Functies voor de binnenruimte vergemakkelijken het
gebruik van uw apparaat.
Rekjes
U kunt accessoires op verschillende hoogtes in de rek-
jes in de binnenruimte plaatsen.
De binnenruimte heeft 5 inschuifhoogtes. De inschuif-
hoogtes worden van beneden naar boven geteld.
U kunt de rekjes verwijderen, bijv. om te reinigen.
→ "Rekjes", Pagina 21
Zelfreinigende oppervlakken
De achterwand in de binnenruimte is zelfreinigend. De
zelfreinigende oppervlakken in de binnenruimte zijn
voorzien van een laagje poreus, mat keramiek en heb-
ben een ruw oppervlak. Wanneer het apparaat in ge-
bruik is, nemen de zelfreinigende oppervlakken vets-
petters van het bakken, braden of grillen op en breken
ze af.
12
Gebruik
De temperatuur in °C in de binnenruimte instellen.
De grillstanden afhankelijk van het type apparaat voor de grill, voor het groot
vlak en de grill of voor het klein vlak instellen.
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
Functie
Nulstand
Kookstanden
Inschakelen
Inschakelen
Opmerking: Door thermische traagheid kan de weer-
gegeven temperatuur een beetje afwijken van de wer-
kelijke temperatuur in de binnenruimte.
Kookplaatkeuzeschakelaar
Met de kookplaatkeuzeschakelaar stelt u het verwar-
mingsvermogen van de kookplaten in.
Als de bijschakelingen worden geactiveerd, branden
de bijbehorende indicaties.
Toelichting
De kookplaat is uitgeschakeld.
1 = laagste stand
9 = hoogste stand
De grote kookzone met twee ringen inschakelen.
De braadzone inschakelen.
Als de zelfreinigende oppervlakken zich tijdens het ge-
bruik niet meer voldoende reinigen, warm de binnen-
ruimte dan gericht op.
→ "Zelfreinigende oppervlakken in de binnenruimte
schoonmaken", Pagina 19
Verlichting
De ovenlamp verlicht de binnenruimte.
Bij de meeste verwarmingsmethoden en functies is de
verlichting aan als het programma loopt. Als u de wer-
king met de functiekeuzeschakelaar beëindigt, schakelt
de verlichting uit.
Met de stand ovenlamp aan de functiekeuzeschakelaar
kunt u de verlichting zonder verwarming inschakelen.
Koelventilator
De koelventilator schakelt afhankelijk van de tempera-
tuur van het apparaat in en uit. De warme lucht ont-
snapt via de deur.
LET OP!
De ventilatiesleuven boven de deur van het apparaat
niet afdekken. Het apparaat raakt oververhit.
De ventilatiesleuven vrijhouden.
▶
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat het
apparaat na gebruik sneller afkoelt.
Apparaatdeur
Wanneer u de apparaatdeur opent tijdens het gebruik,
wordt de werking voortgezet.
Condenswater
Bij het bereiden kan in de binnenruimte en op de deur
van het apparaat condensvorming optreden. Condens
is normaal en heeft geen invloed op de werking van
het apparaat. Veeg na het bereiden het condens af.