1Apparaat bedienen
U heeft de bedieningselementen en hun werking al
A p p a r a a t b e d i e n e n
leren kennen. Nu leggen we uit hoe u het apparaat
instelt.
Apparaat in- en uitschakelen
De functiekeuzeknop schakelt het apparaat in en uit.
Zodra u hem in een positie buiten de nulstand draait, is
het apparaat ingeschakeld. Om het apparaat uit te
schakelen de functiekeuzeknop altijd in de nulstand
draaien.
Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
Met de functiekeuze- en de temperatuurknop stelt u het
apparaat heel eenvoudig in. In het begin van de
gebruiksaanwijzing staat welke verwarmingsmethode
het meest geschikt is voor welk gerecht.
Voorbeeld in de afbeelding: boven- en onderwarmte
bij 190 °C.
Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode
1.
instellen.
Met de temperatuurknop de temperatuur of
2.
grillstand instellen.
Na enkele seconden begint het apparaat op te warmen.
Wanneer uw gerecht klaar is, schakelt u het apparaat
uit door de functiekeuzeknop in de nulstand te draaien.
U kunt op het apparaat ook de tijdsduur en
Aanwijzing:
het einde van de werking instellen. ~ "Tijdfuncties"
op pagina 22
Wijzigen
U kunt de verwarmingsmethode en de temperatuur op
elk moment met de daarvoor bestemde knop
veranderen.
Snel voorverwarmen
Met de functie Snel voorverwarmen kunt u de
opwarmtijd verkorten.
Gebruik hierna het best:
<
3D-hetelucht
■
Boven- en onderwarmte
%
■
Gebruik Snel voorverwarmen alleen bij ingestelde
temperaturen van meer dan 100 °C.
Om een gelijkmatig resultaat te krijgen, plaatst u het
gerecht pas in de binnenruimte wanneer het snel
voorverwarmen beëindigd is.
De functiekeuzeknop op
1.
Met de temperatuurknop de temperatuur instellen.
2.
Na enkele seconden begint de oven op te warmen.
%
Wanneer het snel voorverwarmen is beëindigd, klinkt er
een signaal. Plaats het gerecht in de binnenruimte.
Apparaat bedienen
zetten.
F
nl
27