5Plaatsen en aansluiten
H et apparaat niet inbouwen achter een decor- of
P l a a t s e n e n a a n s l u i t e n
meubeldeur. Dan bestaat het risico van oververhitting.
Elektrische aansluiting
Het apparaat mag alleen door geschoold personeel
worden aangesloten.De voorschriften van de
betreffende elektriciteitsmaatschappij dienen beslist te
worden nageleefd.
Wordt het apparaat verkeerd aangesloten, dan vervalt
bij schade het recht op garantie.
Attentie!
Uw apparaat dient met de daarvoor bestemde kabel
vast te zijn aangesloten op het elektriciteitsnet.
Uitgezonderd in het geval van beschadiging de kabel
nooit verwijderen van het apparaat of vervangen door
een kabel met/zonder stekker!
Attentie!
Als de aansluitkabel beschadigd raakt, moet deze door
de fabrikant, door de servicedienst of door een erkende
monteur worden vervangen.
:
Waarschuwing – Levensgevaar!
Bij contact met onder spanning staande onderdelen
bestaat er elektrocutiegevaar.
Pak de stekker uitsluitend met drogen handen beet.
■
Trekt u de aansluitkabel eruit, pak hem dan altijd
■
direct bij de stekker vast en niet aan de kabel zelf,
omdat deze dan beschadigd kan raken.
Trek de stekker nooit tijdens het gebruik uit het
■
stopcontact.
Houd u aan de volgende instructies en zorg ervoor dat:
Aanwijzingen
de stekker in het stopcontact past.
■
de doorsnede van de elektrische kabel groot
■
genoeg is.
het aardingssysteem volgens de voorschriften is
■
geïnstalleerd.
de vervanging van de aansluitkabel (indien nodig)
■
alleen plaatsvindt door een vakkundig monteur.Een
nieuwe kabel is verkrijgbaar bij de Servicedienst.
er geen meervoudige stekkers/contactdozen en/of
■
verlengkabels worden gebruikt.
er bij gebruik van een aardlekschakelaar alleen een
■
type met het symbool
Alleen aardlekschakelaars met dit symbool voldoen
aan de geldende voorschriften.
de stekker altijd bereikbaar is.
■
de aansluitkabel niet wordt geknikt, bekneld,
■
gewijzigd of doorgesneden.
de aansluitkabel niet in contact komt met
■
warmtebronnen.
Voor de installateur
De installatie dient te beschikken over een
■
schakelaar met een contactopening van minstens
3 mm. Bij aansluiting met een stekker is dit niet
noodzakelijk wanneer de stekker voor de gebruiker
toegankelijk is.
wordt gebruikt.
z
Elektrische veiligheid: het fornuis is een apparaat
■
van veiligheidsklasse I en mag alleen met een
geaarde aansluiting worden gebruikt.
Voor de aansluiting van het apparaat dient een kabel
■
van het type H 05 VV-F of gelijkwaardig te worden
gebruikt.
Demontage van het apparaat
Het apparaat van de stroom halen.
:
Waarschuwing – Gevaar voor een elektrische
schok !
Wordt het apparaat van het net losgekoppeld, kunnen
de verbindingen restspanningen veroorzaken. Alleen
een vakman mag het apparaat aansluiten.
Aangrenzende meubels
Aangrenzende meubels dienen uit niet-brandbaar
materiaal te bestaan. Aangrenzende voorzijden van
meubels dienen tot minstens 90°C
temperatuurbestendig te zijn.
Bevestiging aan de wand
Om te voorkomen dat het fornuis kantelt, dient u het
met de meegeleverde haak aan de wand te bevestigen.
Neem het montagevoorschrift voor bevestiging aan de
wand in acht.
Plaatsen en aansluiten
nl
11