Koken met inductie
nl
fKoken met inductie
V oordelen bij koken met inductie
K o k e n m e t i n d u c t i e
Koken met inductie is radicaal anders dan gebruikelijk,
de warmte ontstaat direct in het kookgerei. Dit biedt
vele voordelen:
Tijdsbesparing bij het koken en bakken.
■
Besparing van energie.
■
Gemakkelijker te reinigen en te onderhouden.
■
Overgelopen etenswaar brandt niet zo snel in.
Warmteregeling en veiligheid: de kookplaat verhoogt
■
of verlaagt de toevoer van warmte altijd direct na de
bediening. Neemt u het kookgerei van de kookzone,
dan wordt de warmtetoevoer direct onderbroken
door de kookzone met inductie, zonder dat deze
eerst is uitgeschakeld.
Pannen
Gebruik alleen ferromagnetische vormen voor
inductiekoken, bijv.:
kookgerei van geëmailleerd staal
■
kookgerei van gietijzer
■
speciaal kookgerei van roestvrij staal dat geschikt is
■
voor inductie.
In het hoofdstuk ~ "Kookgerei-test" kunt u lezen of het
kookgerei geschikt is voor inductie.
Voor een goed bereidingsresultaat dient het
ferromagnetische gebied van de bodem van de pan
overeen te komen met de grootte van de kookzone.
Wordt het kookgerei niet herkend op een kookzone,
probeer er dan een met een kleinere diameter.
Er zijn ook inductievormen waarvan de bodem niet
volledig ferromagnetisch is:
Is de bodem van het kookgerei slechts gedeeltelijk
■
ferromagnetisch, dan wordt alleen het
ferromagnetische oppervlak heet. Hierdoor wordt de
warmte mogelijk niet gelijkmatig verdeeld. De
temperatuur van het niet-ferromagnetische gebied
kan dan te laag zijn om te koken.
Bestaat het materiaal van de bodem van het
■
kookgerei deels uit aluminium, dan is het
ferromagnetische oppervlak ook kleiner. Mogelijk
worden dit niet warm genoeg of zelfs helemaal niet
herkend.
10
Niet geschikte pannen
Gebruik nooit straalplaten of pannen van:
dun normaal staal
■
glas
■
aardewerk
■
koper
■
aluminium
■
Eigenschappen van de bodem van het kookgerei
Het bereidingsresultaat kan worden beïnvloed door de
kwaliteit van pannenbodem. Gebruik pannen waarvan
het materiaal de warmte gelijkmatig in de pan verdeelt,
bijv. pannen met "sandwich-bodems" van roestvrij staal.
Daarmee wordt tijd en energie bespaard.
Gebruik kookgerei met vlakke bodems. Ongelijke
bodems hebben invloed op de warmtetoevoer.
Geen pan of ongeschikte afmeting
Als er geen pan op de geselecteerde kookzone wordt
geplaatst of als deze niet van het geschikte materiaal is
of geen geschikte afmeting heeft, knippert de
kookstand op de indicator van de kookzone. Plaats een
geschikte pan, zodat het knipperen stopt. Als er meer
dan 90 seconden wordt gewacht gaat de kookzone
automatisch uit.
Lege pannen of pannen met een dunne bodem
Verwarm geen lege pannen en gebruik geen pannen
met dunne bodem. De kookplaat is uitgerust met een
intern veiligheidssysteem, maar een lege pan kan zo
snel heet worden dat de functie "automatisch
uitschakelen" geen tijd heeft om te reageren, waardoor
de temperatuur erg kan oplopen. De bodem van de pan
kan smelten en het glas van de kookplaat beschadigen.
Raak in dat geval de pan niet aan en schakel de
kookzone uit. Als het apparaat na het afkoelen niet
werkt, neem dan contact op met de technische dienst.
Herkenning van de pan
Elke kookzone heeft een ondergrens voor de
herkenning van de pan. Deze is afhankelijk van de
ferromagnetische diameter en het materiaal van de
bodem. Daarom dient u altijd de kookzone te gebruiken
die het beste past bij de diameter van de
pannenbodem.