8.3
Servomotor
De servomotor regelt tegelijkertijd de luchtklep 11)(Afb. 29 op
pag. 25) en de drukregelaar 9) door middel van een dubbele nok
met variabel profiel, 4) en 7). De rotatiehoek van de servomotor
is 90° in 24 s.
Wijzig de in de fabriek afgestelde regeling niet van de 4 nokken
waarmee deze uitgerust is; controleer alleen of ze als volgt zijn:
Nok I:
90°
Beperkt de rotatie naar het maximum.
Nok II:
0°
Beperkt de rotatie naar het minimum.
Wanneer de brander uitgeschakeld is,
moet de luchtklep gesloten zijn: 0°.
Nok III:
15°
Regelt de positie van ontsteking en
MIN-vermogen.
Nok IV:
niet in gebruik.
8.4
Afstelling van de drukschakelaars
8.4.1
Oliedrukschakelaar
De drukschakelaar 11)(Afb. 5 op pag. 11) wordt in de fabriek
afgesteld op 3 bar. Als de druk van de stookolie deze waarde
bereikt in de terugloopleiding, legt de drukschakelaar de brander
stil.
De brander wordt automatisch weer ingeschakeld wanneer de
druk na de stillegging onder de waarde van 3 bar daalt.
Als de brander wordt gevoed met een gesloten circuit met druk
Px, moet de drukschakelaar geregeld worden op Px + 3 bar.
Voor de regeling van de drukschakelaars moet met behulp van
een gereedschap op de stelschroef gehandeld worden, zie
Afb. 33.
20166437
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
26
NL
D790
Afb. 32
20079898
Afb. 33