5.10
Installatie van de verstuiver
5.10.1 Keuze van de verstuiver
De brander is conform de emissievereisten die voorzien worden
door de norm EN 267.
Om de volharding van de emissie te garanderen, moeten de
aanbevolen en/of alternatieve mondstukken gebruikt worden die
door de fabrikant aangeduid worden in de aanwijzingen en de
waarschuwingen.
Er wordt aanbevolen de verstuivers jaarlijks te
vervangen, tijdens het periodieke onderhoud.
LET OP
Het gebruik van andere mondstukken dan
diegene die voorgeschreven worden door de
fabrikant
en
onderhoud kunnen leiden tot het niet respecteren
VOORZICHTIG
van de emissielimieten die voorzien worden door
de van kracht zijnde normenstelsels, en kan in
extreme gevallen schade aan voorwerpen of
letsels aan personen veroorzaken.
Er wordt aangenomen dat deze schade die
veroorzaakt wordt door het niet respecteren van
de voorschriften die aangeduid worden in deze
handleiding op geen enkele manier te wijten
kunnen zijn aan de producent.
De verstuiver moet worden gekozen tussen de modellen
aangegeven in Tab. H:
1 = Verstuiver Bergonzo type A3
2 = Maximum debiet verstuiver
3 = Druk op de aanvoer van de pomp
4 = Maximale druk op de terugloop verstuiver
Wanneer u een gemiddeld debiet tussen de twee waarden van
het diagram wenst, moet u de verstuiver met groter debiet kiezen.
De reductie van het debiet zal worden verkregen met de
drukvariator.
AANBEVOLEN VERSTUIVERS:
Bergonzo type A3, of A4 - hoek 45°.
1
2
A3
kg/uur
15
13
20
20
30
24
40
30
50
33
60
42
70
50
5.10.2 Montage van de verstuivers
Op dit punt in de installatie is de brander nog steeds gescheiden
van de monding; het is dus mogelijk om de verstuivers te
monteren met de pijpsleutel 1)(Afb. 13) langs de centrale
opening van de vlamhaker.
Installatie
het
niet
correcte
periodieke
3
4
bar
bar
20
17
20
17
20
15
20
16
20
16
20
16
20
15
Gebruik geen dichtingsprodukten: pakkingen,
tape of afdichtingsmiddelen. Zorg ervoor dat u de
dichting van de verstuiver niet beschadigt of
bekrast.
LET OP
De verstuivers dienen stevig, maar niet aan de maximale
spanning van de sleutel aangehaald te worden.
Controleer of de elektroden gepositioneerd zijn
zoals is aangegeven in (Afb. 14).
LET OP
Monteer tenslotte de brander 4)(Afb. 15) op de geleiders 3)
en laat deze tot aan de flens 5) lopen, lichtjes opgetild om te
voorkomen dat de vlamhaker in aanraking komt met de
branderkop.
Draai de schroeven 2) op de geleiders 3) en de schroef 1)
vast die de brander op de flens bevestigen.
Indien het noodzakelijk is om een verstuiver te vervangen met een
brander die al op een ketel aangebracht is, ga dan als volgt te werk:
trek de brander achteruit op de geleiders zoals wordt
aangeduid in Afb. 12.
Verwijder de moeren 1)(Afb. 15) en de schijf 2).
Vervang de verstuiver met de sleutel 3)(Afb. 16).
Tab. H
17
NL
20119192
D856
D857
Afb. 13
Afb. 14
Afb. 15
20119193
Afb. 16
20166437