4.10
Beschrijving van de brander
7
20169199
8
9
10
11
1
Ontstekingselektrodes
2
Branderkop
3
Regelschroef verbrandingskop
4
Verlengstukken voor geleiders 7)
5
Bevestigingsschroef van de ventilator aan de flens
6
Servomotor, bedient de debietvariator van de brandstof en
de luchtklep. Tijdens de stilstand van de brander is de
luchtklep helemaal gesloten om het warmteverlies van de
ketel tot het minimum te beperken, dat te wijten is aan
schouwtrek die de lucht uit de aanzuigopening van de
ventilator terugzuigt
7
Glijstangen voor opening brander en inspectie branderkop
8
Klep op de aanvoer van de pomp (voor veiligheid)
9
Klep op de aanvoer van de pomp
10 Klep op terugloop van de verstuiver
11 Oliedrukschakelaar
12 Pomp
13 Plaatje waarin 4 gaten gemaakt kunnen worden, voor het
doortrekken
van
de
elektriciteitskabels
14 Extra luchtklep
15 Verlengstukken voor geleiders
16 Ventilatordrukmeetpunt
17 Flens voor de bevestiging op de ketel
18 Schijf vlamstabiliteit
19 Vlamkijkvenster
20 Variator druk terugloop verstuiver
21 Manometer druk terugloop verstuiver
22 Drukregelaar van pomp
23 Elektrische controledoos met veiligheidslampje die de
vergrendeling aanduidt en ontgrendelingsknop
24 Luchtklep
25 Motor van de ventilator
Technische beschrijving van de brander
6
5
3
2
17
16
12
flexibele
leidingen
1
4
23
15
18
14
13
25
De brander kent twee soorten vergrendelingen:
Vergrendeling van de controledoos:
het controlelampje op de knop van de controledoos 23) geeft aan
dat de brander vergrendeld is. De knop indrukken om de
veiligheidschakeling te ontgrendelen.
Vergrendeling van de motor (RL 38 - 50/M):
de knop van het thermische relais 29 (Afb. 6 op pag. 12)
indrukken om de veiligheidsstop te ontgrendelen.
en
de
11
NL
19
20170881
20
21
22
24
Afb. 5
20166437