Werkingspositie; Ketelplaat; Lengte Van De Monding; Bevestiging Van De Brander Op De Ketel - Riello RL 28/M Handleiding Voor Installatie, Gebruik En Onderhoud
Stookoliebranders
Verberg thumbnails
Zie ook voor RL 28/M:
- Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften (18 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
5.6
Werkingspositie
De brander is voorzien om uitsluitend in de posities 1, 2, 3 en 4
te werken.
Het beste kan hij in de positie 1 geïnstalleerd worden omdat
alleen in deze positie het onderhoud uitgevoerd kan worden
zoals in deze handleiding beschreven wordt.
5.7
Ketelplaat
Boor gaten in de dichtingsplaat van de verbrandingskamer, zoals
wordt aangegeven in (Afb. 11). Met behulp van de thermische
flensdichting - samen met de brander geleverd - kunt u de juiste
positie van te boren gaten vinden.
mm
RL 28/M
160
RL 38/M
160
RL 50/M
160
5.8
Lengte van de monding
Bij het kiezen van de lengte van de monding moet u rekening
houden met de voorschriften van de ketelfabrikant. De kop moet
in ieder geval langer zijn dan de totale dikte van de keteldeur en
het hittebestendig materiaal.
Volgende lengtes, L (mm), zijn verkrijgbaar:
Monding
RL 28/M
7)(Afb. 12):
• kort
241
• lang
351
Voor ketels met circulatie van rookgassen vooraan 10)(Afb. 12)
of met vlaminversiekamer, moet een vuurvaste bescherming 8)
aangebracht worden tussen het vuurvaste materiaal van de ketel
9) en de monding 7).
De bescherming moet zodanig aangebracht worden dat de
monding verwijderd kan worden.
Voor ketels waarvan de voorkant met water gekoeld wordt, is
geen vuurvaste bescherming 8)-9)(Afb. 12) nodig als de fabrikant
van de ketel er niet uitdrukkelijk om vraagt.
20166437
1
2
A
B
224
224
224
D455
RL 38/M
RL 50/M
241
351
Installatie
De installaties 2, 3 en 4 staan de werking toe, maar maken de
onderhouds- en inspectiehandelingen van de branderkop minder
toegankelijk pag. 29.
LET OP
3
5.9
Bevestiging van de brander op de ketel
C
Demonteer de monding 7) van de brander 4)(Afb. 12) als volgt:
M 8
Draai de schroeven 2) los van de twee geleiders 3).
Verwijder de schroef 1) waarmee de brander 4) op de flens
M 8
5) is bevestigd.
M 8
Verwijder de monding 7) compleet met flens 5) en geleiders 3).
Tab. G
Bevestig de flens 5) op de plaat van de ketel, nadat eerst de
bijgeleverde afdichting 6) werd aangebracht. Gebruik de 4
schroeven, die ook geleverd worden, na de schroefdraad met
een product tegen het vastlopen te hebben ingesmeerd.
LET OP
Afb. 11
241
351
16
NL
Alle andere posities kunnen de goede werking
van het apparaat in gevaar brengen.
Installatie 5 is om veiligheidsredenen verboden.
4
5
D3928
Voorzie een geschikt systeem om de brander te
heffen.
De dichting brander-ketel moet hermetisch
zijn.
Afb. 10
D854
Afb. 12
Advertenties
Inhoudsopgave
