Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Onderhoud; Opmerkingen Over De Veiligheid Voor Het Onderhoud; Onderhoudsprogramma; Frequentie Van Het Onderhoud - Riello RL 190/M Handleiding Voor Installatie, Gebruik En Onderhoud

Stookoliebranders
Inhoudsopgave

Advertenties

7

Onderhoud

7.1

Opmerkingen over de veiligheid voor het onderhoud

Het periodieke onderhoud is essentieel voor de goede werking,
de veiligheid, het rendement en de bedrijfsduur van de brander.
Dankzij het onderhoud worden het verbruik en de vervuilende
uitstoten gereduceerd en blijft het product betrouwbaar door de
tijd heen.
De onderhoudswerkzaamheden en het ijken van
de brander moeten uitsluitend door gecertificeerd
en
bevoegd
volgens de uitleg in deze handleiding en conform
GEVAAR
de van kracht zijnde normen en wetsbepalingen.
7.2

Onderhoudsprogramma

7.2.1

Frequentie van het onderhoud

De gasverbrandingsinrichting moet tenminste
eens per jaar gecontroleerd worden door een
technicus van de fabrikant of door een andere
gespecialiseerde technicus.
7.2.2

Controle en reiniging

De bediener dient de uitrusting, nodig voor het
uitvoeren van het onderhoud, te gebruiken.
Verbranding
Analyseer de verbrandingsgassen. Als u een groot verschil
waarneemt t.o.v. een vorige controle, dan vergen deze
elementen extra aandacht bij het onderhoud.
Als de waarden van verbranding, gemeten bij het begin van de
werkzaamheid, niet voldoen aan de van kracht zijnde normen, of
in ieder geval niet de waarden van een goede verbranding zijn,
raadpleeg dan onderstaande tabel en neem indien nodig contact
op met de Technisch Hulpdienst om de nodige regelingen uit te
voeren.
EN 267
CO
max. theoretisch
2
0 % O
2
15,2
Branderkop
Ga na of er geen delen van de branderkop beschadigd zijn,
vervormd door hoge temperaturen, of er zich geen vuil heeft
vastgezet en of alle delen nog op de juiste plaats zitten.
Onderhoud
personeel
uitgevoerd
Teveel aan lucht
Max.
Min.
vermogen
vermogen
  1,2
  1,3
IJking CO
%
2
 = 1,2
 = 1,3
12,6
11,5
Voordat
u
controlewerkzaamheid uitvoert:
GEVAAR
worden,
GEVAAR
Pomp
De persdruk moet constant blijven op 20 bar.
De onderdruk moet lager zijn dan 0,45 bar.
Er mag geen lawaai zijn.
Haal bij een instabiele druk of een rumoerige pomp de flexibele
leiding los van het lijnfilter en zuig de brandstof aan uit een
reservoir in de buurt van de brander. Op deze manier kunt u
bepalen of de storingen worden veroorzaakt door de
aanzuigleiding of de pomp.
Als de oorzaak bij de pomp ligt, controleer dan of de pompfilter
niet vuil is. Gezien de vacuümmeter boven de filter is
aangesloten, kan deze niet vaststellen of de filter vuil is.
Als de oorzaak bij de aanzuigleiding ligt, controleer dan of de filter
niet vuil is en of er geen lucht binnenkomt in de leiding.
Servomotor
Ontkoppel de nok 2)(Afb. 31 pagina 27) van de servomotor door
de knop 3)(Afb. 32 op pagina 28) in te drukken en naar rechts te
verplaatsen, en controleer handmatig of de rotatie vooruit en
achteruit vloeiend verloopt.
Koppel de nok weer vast door de knop 2)(Afb. 32 op pagina 28)
naar links te verplaatsen.
Verstuiver
Er wordt aanbevolen de verstuivers jaarlijks te vervangen,
tijdens het periodieke onderhoud.
Reinig de opening van de verstuivers niet.
Flexibele leidingen
CO
Controleer of deze in goede staat verkeren.
Tank
mg/kWu
Zuig om de 5 jaar, of indien dit nodig is, met een afzonderlijke
pomp het water en vuiltjes uit die zich op de bodem van de tank
vastgezet hebben.
 100
Tab. J
Brander
Controleer of de schroeven goed geblokkeerd zijn.
31
NL
een
onderhouds-,
Onderbreek de stroomtoevoer naar de brander
met de hoofdschakelaar van de inrichting.
Sluit de blokkeerkraan van de brandstof.
Wacht totdat de bestanddelen in contact met
warmtebronnen helemaal afgekoeld zijn.
schoonmaak-
of
20166450

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

674 t1201664882016649020169231

Inhoudsopgave