Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
Drukregelaar
De brandstofdruk op de toevoer van de verstuiver wordt geregeld
op de drukvariatorgroep en wordt weergegeven door de
manometer 1)(Afb. 30).
De brandstofdruk op de toevoer van de verstuiver wordt geregeld
op de drukvariatorgroep en wordt weergegeven door de
manometer 2)(Afb. 30).
De regeling van de MINIMALE brandstofdruk op de
terugloop van de verstuiver wordt alleen en uitsluitend
uitgevoerd via de moer 5)(Afb. 30); draai de bovengenoemde
moer aan om de druk te verlagen en draai hem los om hem te
verhogen.
De regeling van de MAXIMALE brandstofdruk op de
terugloop van de verstuiver wordt alleen en uitsluitend
uitgevoerd via de schroef 6)(Afb. 30) van de excentriek
7)(Afb. 30); draai de bovengenoemde schroef aan om de druk te
verhogen en draai hem los om hem te verlagen.
De lucht wordt geregeld met behulp van de schroeven 3) van de
nok met variabel profiel 2)(Afb. 31) die de luchtklep bedient; draai
de bovengenoemde schroeven aan om het luchtdebiet te
verhogen en draai ze los om het te verlagen.
D1984
1
Manometer druk aanvoer verstuiver
2
Manometer druk terugloop verstuiver
3
Oliedrukschakelaar
4
Stopring zuiger
5
Moer en contramoer zuigerijking
6
Regelschroef nok
7
Variabele nok
8
Blokkeerschroeven nok
Luchtregeling
Varieer het eindprofiel van de nok 2)(Afb. 31) geleidelijk aan via
de schroeven 5)(Afb. 31).
–
Om het luchtdebiet te verhogen de schroeven aandraaien.
–
Om het luchtdebiet te verlagen de schroeven losdraaien.
D1229
1
Servomotor
2
Nok met variabel profiel
3
Schroeven voor het regelen van het profiel van de nok
4
Schroeven voor het bevestigen van de regeling
5
Schroeven voor het regelen van het profiel van de nok
6.3.1
MIN vermogen
Het MIN vermogen moet worden gekozen binnen het
werkingsveld dat wordt weergegeven op pagina 10.
Druk op de knop 2)(Afb. 27 op pag. 26) "afname vermogen" en
houd deze ingedrukt tot de servomotor de waarde 20° bereikt
(fabrieksinstelling).
Afb. 30
Regel de brandstofdruk op de terugloop van de verstuiver, alleen
met de moer 5)(Afb. 30); dit stelt de gewenste druk voor de
ontsteking en het minimale debiet in.
6.3.2
MAX debiet
Het maximum debiet moet gekozen worden binnen het
werkingsveld dat wordt aangeduid op pagina 10.
Na
het
regelen
modulatiebereik, wordt het maximale debiet geregeld door knop
2)(Afb. 27 op pag. 26) in de richting van het "+" -teken te drukken
totdat de servomotor 27)(Afb. 5, pagina 12) de maximale positie
van 130° bereikt.
Zodra de maximale opening van de servomotor is bereikt, regelt
u de brandstofdruk op de terugloop van de verstuiver altijd alleen
met behulp van de schroef 6)(Afb. 30) van de excentriek:
hiermee stelt u de gewenste druk in voor het maximale debiet.
Draai de schroef 6)(Afb. 30) alleen aan totdat de druk toeneemt;
op deze manier wordt een variatie op de gehele rotatiehoek
gewaarborgd.
Vergrendel nu de moer en borgmoer 5)(Afb. 30) en de twee
schroeven 8)(Afb. 30) van de drukvariatorgroep.
27
NL
van
de
ontsteking
en
Afb. 31
het
minimale
20166450