MOGELIJKE OORZAKEN VAN FOUTEN BIJ DE POLSMETING
MET BORSTBAND
PROBLEEM: Geen hartslagindicatie.
OPLOSSING: Mogelijk is er onvoldoende contact tussen de elektroden van
de borstband en uw huid. Bevochtig de borstband opnieuw en doe hem
weer om.
OPLOSSING: De borstband is niet nauwkeurig genoeg aangebracht. Doe
de borstband om op de wijze zoals beschreven in de gebruiksaanwijzing.
OPLOSSING: De afstand tussen de zender (transmitter) en de ontvanger
(receiver) is mogelijk te groot. Die mag niet groter zijn dan 92 cm.
PROBLEEM: De hartslagindicatie is onregelmatig.
OPLOSSING: U heeft de borstband mogelijk te los omgedaan. Controleer
dit.
OPMERKING: Het is mogelijk dat de polsmeting bij sommige personen
om diverse redenen niet naar behoren werkt. Controleer allereerst
altijd de plaats van de borstband. Externe veroorzakers van fouten, bijv.
computers, motoren, CD-spelers of afstandsbedieningen kunnen de
hartslagregistratie met de borstband ook negatief beïnvloeden.
29