8
Cartridges beheren
Afdrukbenodigdheden beheren en bestellen.
Printer met dynamische beveiliging
Deze printer is bedoeld alleen te werken met cartridges die een nieuwe of hergebruikte HP-chip hebben. Met een
hergebruikte HP-chip kunt u hergebruikte, gerecyclede en opnieuw gevulde cartridges gebruiken.
De printer gebruikt dynamische beveiligingsmaatregelen om cartridges te blokkeren die een chip hebben die
niet van HP is. Door periodieke firmware-updates die via internet worden geleverd, wordt de effectiviteit van de
dynamische beveiligingsmaatregelen behouden en worden cartridges geblokkeerd die eerder wel werkten.
Updates kunnen de functionaliteit en functies van de printer verbeteren of uitbreiden, beschermen tegen
veiligheidsrisico's en andere doeleinden hebben. Deze updates kunnen ook cartridges blokkeren die een chip
gebruiken die niet van HP is zodat ze niet in de printer werken, inclusief cartridges die momenteel wel werken.
Tenzij u zich hebt aangemeld voor bepaalde HP-programma's zoals Instant Ink of andere services gebruikt
waarvoor automatische online firmware-updates nodig zijn, kunnen de meeste HP-printers geconfigureerd
worden om updates automatisch te ontvangen, of via een melding waarbij u kunt kiezen of u de printer wilt
updaten of niet. Voor meer informatie over dynamische beveiliging en het configureren van online firmware-
updates gaat u naar www.hp.com/learn/ds.
Tips voor het hanteren van cartridges en printkoppen
Lees de volgende tips voor het onderhouden van HP cartridges als u verzekerd wilt zijn van een consistente
afdrukkwaliteit.
Ga naar
hp.com/supplies
Cartridges kunnen gedurende een langere tijd in de printer worden gelaten. Om de toestand van de cartridge
●
echter optimaal te houden, moet u de printer op de juiste wijze uitschakelen als de printer niet in gebruik is.
Zorg ervoor dat u de cartridges in de printer laat.
●
Zorg ervoor dat u de printer uitschakelt om schade aan de cartridges te voorkomen.
●
Haal alle cartridges pas uit de originele luchtdichte verpakking als u ze nodig heeft.
●
Bewaar cartridges bij kamertemperatuur (15 - 35 °C of 59 - 95 °F).
●
Door de cartridges tijdens de installatie te laten vallen, te schudden of ruw te behandelen, kunnen tijdelijke
●
afdrukproblemen ontstaan.
Als u een opnieuw gevulde of herstelde printcartridge gebruikt, of een cartridge die in een andere printer
●
werd gebruikt, is de inktniveau-indicator mogelijk onnauwkeurig of onbeschikbaar.
Deze printer is ontworpen voor het gebruik van inktcartridges tot deze leeg zijn. Door het bijvullen van
●
cartridges voordat deze leeg zijn kan uw printer fouten veroorzaken. Als dit gebeurt, plaatst u een nieuwe
cartridge (originele HP cartridges) om het printen te hervatten.
Maak de printkop alleen schoon als dat nodig is. U verspilt zo geen inkt en de printcartridges hebben een
●
langere levensduur.
voor meer informatie.
Cartridges beheren
83