6.
Schakel de instelling Automatisch antwoorden uit.
U moet beschikbaar zijn om persoonlijk te reageren op inkomende faxoproepen, anders kan de printer geen
faxen ontvangen.
Als u problemen ondervindt bij het installeren van de printer met optionele apparatuur, neem dan contact op met
uw lokale serviceprovider of leverancier voor verdere hulp.
Voer de faxtest uit
Voer eerst het faxtestrapport uit om te kijken of er een probleem met uw faxinstellingen is. Controleer of de
faxinstellingen op het rapport juist zijn als er nog steeds sprake is van problemen met faxen terwijl de test is
geslaagd.
Zie Faxtestrapport.
U kunt uw faxinstellingen testen om de status van de printer te controleren en om na te gaan of de instellingen
juist zijn om te kunnen faxen. Voer deze test pas uit nadat u de faxinstellingen op de printer hebt voltooid. De test
controleert het volgende:
Faxhardware-interfacetest
●
Actieve telefoonlijndetectietest
●
Lijn huidige test
●
Kiestoontest
●
Faxinstallatietesten
Volg deze stappen instellen via het bedieningspaneel van de printer
OPMERKING:
invoerlade is geplaatst voor u met de test begint.
1.
Stel de printer in op faxen volgens uw specifieke installatie-instructies voor thuis of op kantoor.
2.
Druk op het beginscherm van het bedieningspaneel op Menu.
3.
Scrol naar Hulpprogramma's en druk op Instellingen.
4.
Druk op Faxinstellingen en vervolgens op Installatie.
5.
In het scherm Standaardfaxinstellingen volg de aanwijzingen op het scherm.
82
Hoofdstuk 7 Faxen
Zorg ervoor dat de cartridges zijn geïnstalleerd en dat er papier van normaal formaat in de