Controleer of de printer is ingesteld om faxen automatisch te ontvangen.
–
Controleer of de instelling Hoe vaak overgaan de telefoon vaker laat overgaan dan het
–
antwoordapparaat.
Koppel het antwoordapparaat los en probeer een fax te ontvangen. Als het faxen lukt zonder het
–
antwoordapparaat, wordt het probleem mogelijk veroorzaakt door het antwoordapparaat.
Sluit het antwoordapparaat weer aan en neem uw uitgaande bericht opnieuw op. Neem een bericht
–
op dat ongeveer 10 seconden duurt. Spreek langzaam en op een laag volume wanneer u uw bericht
opneemt. Laat ten minste 5 seconden stilte aan het einde van het spraakbericht. Er mogen geen
achtergrondgeluiden zijn als u deze stille tijd opneemt. Probeer nogmaals een fax te ontvangen.
OPMERKING:
uw uitgaande bericht niet. Speel uw uitgaande bericht af om dit te controleren.
Als de printer dezelfde telefoonlijn deelt met andere typen telefoonapparatuur, zoals een antwoordapparaat,
●
een inbelmodem voor een computer of een schakelkast met meerdere poorten, kan het niveau van het
faxsignaal worden verlaagd. Het signaalniveau kan ook worden verlaagd als u een splitter gebruikt of extra
kabels aansluit om uw telefoon langer te maken. Een verminderd faxsignaal kan problemen veroorzaken
tijdens het ontvangen van faxen.
Als u wilt weten of andere apparatuur een probleem veroorzaakt, koppelt u alles behalve de printer los van
de telefoonlijn en probeert u vervolgens een fax te ontvangen. Als u zonder de andere apparatuur faxen
kunt ontvangen, veroorzaakt een of meer onderdelen van de andere apparatuur problemen; probeer ze
een voor een weer toe te voegen en elke keer een fax te ontvangen, totdat u weet welke apparatuur het
probleem veroorzaakt.
Als aan uw faxnummer een speciaal belsignaal is toegewezen (via de service voor specifieke belsignalen van
●
uw telefoonmaatschappij), moet u ervoor zorgen dat de instelling voor Specifiek belsignaal op de printer
overeenkomt.
De printer kan geen faxen verzenden maar wel ontvangen
Volg deze stappen als de printer geen faxen kan verzenden maar wel ontvangen:
De printer kiest mogelijk te snel of te snel achter elkaar. Mogelijk moet u pauzes invoegen in de
●
nummerreeks. Als u bijvoorbeeld een buitenlijn moet kiezen voordat u het telefoonnummer kiest, voegt
u een pauze in na het toegangsnummer. Als uw nummer 95555555 is en u met een 9 toegang krijgt
tot een buitenlijn, moet u mogelijk als volgt pauzes invoegen: 9.555.5555. Gebruik de knop Pauze op het
toetsenbord.
Het nummer dat u bij het verzenden van de fax hebt ingevoerd, heeft niet de juiste indeling of het
●
ontvangende faxapparaat heeft problemen. Bel het faxnummer met een telefoon en luister of u faxtonen
hoort om dit te controleren. Als u geen faxtonen hoort, is het ontvangende faxapparaat misschien
niet ingeschakeld of aangesloten, of is de telefoonlijn van de ontvanger misschien verstoord door een
voicemailservice. U kunt de ontvanger ook vragen het ontvangende faxapparaat te controleren op eventuele
problemen.
Er worden faxtonen opgenomen op mijn antwoordapparaat
Volg deze stappen als de faxtonen op uw antwoordapparaat worden opgenomen:
Als het antwoordapparaat en de fax gebruik maken van dezelfde telefoonlijn, kunt u proberen om
●
het antwoordapparaat rechtstreeks op de printer aan te sluiten, zoals is beschreven in . Als u het
antwoordapparaat niet op de aanbevolen manier aansluit, is het mogelijk dat het antwoordapparaat
faxtonen opneemt.
Sommige digitale antwoordapparaten bewaren de opgenomen stilte aan het einde van
De printer kan geen faxen verzenden maar wel ontvangen
109