Inhoudsopgave
Advertenties
1.
Zorg dat het netsnoer goed op de printer is aangesloten.
Tabel 9-2
Poort
1
2
2.
Controleer de Aan-uitknop op de printer. Als het lampje niet brandt, is de printer uitgeschakeld. Druk op de
Aan-uitknop om de printer in te schakelen.
OPMERKING:
3.
Koppel het netsnoer los van de achterkant van de printer wanneer deze is ingeschakeld.
4.
Haal het netsnoer uit het stopcontact.
5.
Wacht minstens 15 seconden.
6.
Sluit het netsnoer weer aan op het wandstopcontact.
7.
Sluit het netsnoer weer aan de achterkant van de printer aan.
8.
Als de printer niet automatisch wordt ingeschakeld, druk dan op de Aan-uitknop om de printer in te
schakelen.
9.
Probeer de printer opnieuw te gebruiken.
Problemen met afdrukkwaliteit oplossen
Informatie over het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit.
OPMERKING:
Aan-uitknop en wacht tot de Aan-uitknop uitgaat voor u de stekker uit het stopcontact trekt. Hierdoor kunnen
de cartridges naar hun beschermde positie worden gebracht waar ze niet kunnen uitdrogen.
102
Hoofdstuk 9 Een probleem oplossen
Printerpoorten
Beschrijving
Stroomaansluiting van de printer
Aansluiting op stopcontact
Als de printer geen elektrische stroom ontvangt, sluit het dan op een ander stopcontact aan.
Om kwaliteitsproblemen te voorkomen, moet u de printer altijd uitschakelen met behulp van de
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
