3. Kopiëren
2.
Zorg ervoor dat alle oude instellingen zijn gewist.
Als er nog eerdere instellingen actief zijn, drukt u op de [Reset]-knop.
3.
Selecteer de papierlade met het papier dat hetzelfde formaat en dezelfde richting heeft
als de originelen.
4.
Zorg ervoor dat [Gebr. pap.lade-inst.] is geselecteerd.
Als [Gebr. pap.lade-inst.] geselecteerd is, zal het gekozen papierformaat en de gekozen richting
van het papier van de geselecteerde lade worden weergegeven in Origineel inst..
5.
Plaats de originelen.
6.
Geef de gewenste instellingen op.
7.
Voer het aantal kopieën in met de cijfertoetsen.
Het maximale aantal kopieën dat kan worden ingesteld is 999.
8.
Druk op de [Start]-knop.
Wanneer u het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, drukt u op de [ ]-knop nadat alle
originelen zijn gescand. Wanneer u originelen in de ADF plaatst, moet u voor sommige functies,
zoals voor Batch, mogelijk op de [ ]-knop drukken. Volg de aanwijzingen op het scherm.
9.
Wanneer de kopieeropdracht is voltooid, drukt u op de [Reset]-knop om de instellingen
te wissen.
64