Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.
• Bij het gebruik van het Smart Operation Panel
Druk op [Gebruikersinstellingen/Teller] (
Het pad naar de bestemming handmatig invoeren
1.
Druk op [Handm. inv.].
2.
Druk op [SMB].
3.
Druk op [Handm. inv.] rechts van het padveld.
4.
Voer het pad voor de map in.
In het volgende voorbeeldpad, is de naam van de bestemmingsmap "gebruiker" en die van de
computer "desk01":
\\desk01\user
5.
Druk op [OK].
6.
Afhankelijk van de bestemmingsinstellingen, geeft u de gebruikersnaam op om u aan te
melden op de computer.
Druk op [Handm. inv.] rechts van het veld gebruikersnaam om het soft-toetsenbord weer te geven.
7.
Afhankelijk van de bestemmingsinstellingen, geeft u het wachtwoord op om u aan te
melden op de computer.
Druk op [Handm. inv.] zodat u met behulp van het wachtwoord het soft-toetsenbord kunt laten
weergeven.
8.
Druk op [Verbindingstest].
Er wordt een verbindingstest uitgevoerd om te controleren of de opgegeven gedeelde map
bestaat.
9.
Controleer het resultaat van de verbindingstest en druk op [Afsluiten].
10.
Druk op [OK].
Basisprocedure bij gebruik van Scannen naar map
) rechts bovenaan het scherm.
119