9. Papier en toner bijvullen
8.
Druk op [OK].
9.
Sluit het oorspronkelijke instellingenscherm.
• Bij gebruik van het standaard bedieningspaneel
Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.
• Bij het gebruik van het Smart Operation Panel
Druk op [Gebruikersinstellingen/Teller] (
• Wij raden u aan de gespecificeerde transparanten te gebruiken.
• Raadpleeg Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen voor meer informatie over deze
instelling.
Papier met vaste afdrukrichting of dubbelzijdig papier plaatsen
Het kan zijn dat er niet goed wordt afgedrukt op papier met een vaste afdrukrichting (van boven naar
onder) of op dubbelzijdig papier (bijvoorbeeld briefpapier, geperforeerd papier of gekopieerd papier).
Dit hangt af van de manier waarop de originelen en het papier zijn geplaatst.
Instellingen voor Gebruikersinst.
• Kopieermodus
Stel [Briefpapier instelling] in op [Ja] bij [Invoer/uitvoer] onder Kopieerapp./Doc. Server-
eigensch. en plaats het origineel en het papier vervolgens als hieronder wordt weergegeven.
• Printermodus
Geef [Automatische detectie] of [Aan (altijd)] op voor [Briefpapier instelling] in [Systeem]
onder het menu Printereigenschappen en plaats dan het papier zoals hieronder is
aangegeven.
Raadpleeg voor meer informatie over de briefpapier-instellingen de handleidingen Kopiëren /
Document Server of Afdrukken.
Richting van het origineel en papierrichting
De betekenis van de pictogrammen is als volgt:
144
) rechts bovenaan het scherm.