2. Snel aan de slag
1.
Druk op [Inloggen].
2.
Voer een Log-in gebruikersnaam in en druk dan op [OK].
3.
Voer een Log-in wachtwoord in en druk dan op [OK].
Wanneer de gebruiker is geverifieerd, wordt het scherm weergegeven voor de functie die u
gebruikt.
Inloggen via het bedieningspaneel (bij gebruik van het Smart Operation
Panel)
Deze sectie beschrijft de procedure voor het inloggen op het apparaat wanneer Basisverificatie,
Windows verificatie, LDAP verificatie of Integratieserver verificatie ingesteld is.
1.
Druk op [Inloggen] rechts bovenin het scherm.
2.
Druk op [Gebruikersnaam].
3.
Voer een log-in gebruikersnaam in en druk dan op [Gereed].
4.
Druk op [Wachtwoord].
58