Motorolie verversen
Onderhoudsinterval: Jaarlijks
Opmerking:
Voordat u de olie ververst, moet u
de motor enkele minuten laten lopen zodat de olie
warm wordt. Warme olie stroomt beter en voert
verontreinigingen beter mee.
Motorolietype
Motoroliecapaciteit
Olieviscositeit
API-onderhoudsclassifica-
tie
1.
Controleer of de brandstoftank weinig of geen
brandstof bevat zodat de brandstof niet lekt als
u de motor op de zijkant kantelt.
2.
Zie
Het motoroliepeil controleren (bladz.
3.
Verwijder de peilstok door de dop linksom te
draaien en eruit te trekken
Figuur 19
1. Vol
2. Hoog
4.
Kantel de machine op de zijkant (met het
luchtfilter naar boven) om de oude olie uit de
vulbuis te laten lopen.
5.
Nadat de gebruikte olie is afgetapt, zet u de
maaimachine terug in de werkstand.
6.
Giet langzaam ongeveer ¾ van de inhoud van
het oliecarter in de vulbuis.
7.
Wacht 3 minuten tot de olie in de motor gezakt
is.
8.
Veeg de peilstok met een schone doek schoon.
9.
Steek de peilstok in de vulbuis, maar draai hem
er niet in. Verwijder dan de peilstok.
10.
Lees het oliepeil af van de peilstok
0,59 liter
SAE 10W-30 multigrade
minerale olie
SJ of hoger
10).
(Figuur
19).
g017530
3. Laag
(Figuur
19).
•
Als het peil op de peilstok te laag staat, giet
dan voorzichtig een kleine hoeveelheid olie
in de vulbuis, wacht 3 minuten en herhaal
stappen
8
het juiste peil aangeeft.
•
Als het oliepeil op de peilstok te hoog is, tapt
u de overtollige olie af tot de peilstok het
juiste oliepeil aangeeft.
Belangrijk:
Als het oliepeil in het motor te
hoog of te laag is en u laat de motor toch
draaien, kunt u deze beschadigen.
11.
Plaats de peilstok goed in de vulbuis.
12.
Recycleer de gebruikte olie op de juiste wijze.
Onderhoud van de bougie
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
Gebruik een Champion RN9YC bougie of een bougie
van een equivalent type.
1.
Zet de motor uit en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
2.
Verwijder de bougiekabel van de bougie.
3.
Maak de omgeving van de bougie schoon.
4.
Haal de bougie uit de cilinderkop.
Belangrijk:
Als de bougie gebarsten of vuil
is, moet deze worden vervangen. U mag
de elektroden niet reinigen omdat hierdoor
gruis in de cilinder terecht kan komen. Dit
leidt meestal tot beschadiging van de motor.
5.
Stel de elektrodenafstand in op 0,76 mm zoals
getoond in
Figuur
1. Centrale elektrode-isolator
2. Massa-elektrode
3. Elektrodenafstand (niet op schaal weergegeven)
6.
Plaats de bougie.
7.
Draai de bougie vast met een torsie van 20 N·m.
8.
Sluit de bougiekabel aan op de bougie.
17
tot en met
10
totdat de peilstok
20.
Figuur 20
g000533