1. Hoog
2. Midden
Tijdens gebruik
Veiligheid tijdens gebruik
Algemene veiligheid
•
Draag geschikte kleding en uitrusting,
zoals oogbescherming, een lange broek,
stevige schoenen met een gripvaste zool en
gehoorbescherming. Draag lang haar niet los en
draag geen losse kleding of juwelen.
•
Geef uw volledige aandacht als u de machine
gebruikt. Zorg ervoor dat u met niets anders bezig
bent waardoor u kunt worden afgeleid, anders
kan er letsel ontstaan of kan eigendom worden
beschadigd.
•
Gebruik de machine niet als u ziek of moe bent of
onder de invloed van alcohol of drugs bent.
•
Het aanraken van de schijf of de draad kan
lichamelijk letsel veroorzaken. Zet de motor
af en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
•
Als u de dodemanshendel loslaat, moeten de
motor en de maai-eenheid binnen 7 seconden
stoppen. Als dit niet het geval is, mag u de
machine niet meer gebruiken en moet u contact
opnemen met een erkende servicedealer.
•
Houd omstanders uit de buurt van het werkgebied.
Houd kleine kinderen uit de buurt van het
Figuur 11
3. Laag
werkgebied en plaats ze onder toezicht van een
verantwoordelijke volwassene die de machine niet
aan het gebruiken is. Stop de machine als iemand
het werkgebied betreedt.
•
Gebruik de machine enkel bij een
goede zichtbaarheid en in geschikte
weersomstandigheden. Gebruik de machine niet
als het kan bliksemen.
•
Wees uiterst voorzichtig bij het naderen van blinde
hoeken, struiken, bomen en andere objecten die
uw zicht kunnen belemmeren.
•
Kijk uit voor gaten, geulen, hobbels, stenen of
andere verborgen objecten. Op oneffen terrein
kunt u uw evenwicht verliezen of wegglijden.
•
Als de maaimachine een voorwerp raakt en
begint te trillen, moet u meteen de motor afzetten,
wachten totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen en de bougiekabel
g017371
losmaken voordat u de maaimachine op
beschadiging controleert. Voer alle noodzakelijke
reparaties uit voordat u de machine weer in
gebruik neemt.
•
Als de motor heeft gelopen, kan deze heet zijn en
ernstige brandwonden veroorzaken. Blijf uit de
buurt van de hete motor.
•
Gebruik alleen accessoires en werktuigen die door
Toro zijn goedgekeurd.
De motor starten
1.
Open de brandstoftankventilatie door de
ventilatieknop minstens 2 of 3 slagen linksom
te draaien.
2.
Zet de brandstofafsluitklep in de A
(Figuur
12).
1. Brandstofklep
11
-stand
AN
Figuur 12
g017375