Tips voor bediening en
gebruik
Algemene maaitips
Belangrijk:
Gebruik van de machine op hellingen
steiler dan 25° leidt tot ernstige beschadiging van
de motor door onvoldoende smering. Gebruik de
machine niet op hellingen steiler dan 25°.
•
Controleer het werkgebied en verwijder alle
voorwerpen die de machine zou kunnen uitwerpen.
•
Zorg ervoor dat de maaidraad geen vaste
voorwerpen raakt. Maai nooit met opzet over
voorwerpen.
•
Als de maaimachine toch een voorwerp raakt en
begint te trillen, moet u meteen de motor afzetten,
de bougiekabel losmaken en de maaimachine op
beschadiging controleren.
•
De beste resultaten krijgt u door nieuwe
maaidraden te monteren voordat het maaiseizoen
begint.
•
Vervang de maaidraad wanneer dat nodig is.
Gebruik hiervoor een Toro-maaidraad.
•
Zorg dat de nieuwe maaidraad dezelfde lengte
heeft als de oude.
Gras maaien
•
U moet telkens niet meer dan ongeveer één derde
van de grassprieten afmaaien. Maai niet met een
stand lager dan de hoogste instelling (30 mm),
tenzij de grasmat dun is, of als het laat in het
najaar is wanneer het gras langzamer begint te
groeien. Zie
De maaihoogte instellen (bladz.
•
Het wordt afgeraden om gras te maaien dat langer
is dan 15 cm. Als het gras te hoog is, kan de
machine verstopt raken en de motor afslaan.
•
Nat gras en natte bladeren gaan aankoeken,
waardoor de maaimachine verstopt kan raken of
de motor kan afslaan. Gebruik de machine niet in
vochtige omstandigheden.
•
Wees bedacht op het risico van brand in zeer
droge omstandigheden; neem alle plaatselijke
brandwaarschuwingen in acht en houd de machine
vrij van droog gras en bladafval.
•
Als u met het uiterlijk van het voltooide gazon niet
tevreden bent, probeer dan een of meer van de
volgende stappen:
– Controleer de onderzijde van de maai-eenheid
op versleten of beschadigde onderdelen (bv.
de maaidraad) en repareer of vervang deze
indien nodig.
– Loop langzamer tijdens het maaien.
– Stel de maaimachine in op een hogere
maaihoogte.
– Maai het gras vaker.
– Laat de maaibanen overlappen in plaats van
steeds een volledig nieuwe baan te maaien.
Bladeren fijnmaken
•
Na het maaien moet altijd 50% van het gazon
zichtbaar blijven door de bladerlaag. Dit kan een of
meerdere rondgangen over de bladeren vereisen.
•
Het wordt afgeraden om gras te maaien dat langer
is dan 15 cm. Als het gras te dik is, kan de
machine verstopt raken en de motor afslaan.
•
Als de maaimachine de bladeren niet fijn genoeg
maakt, is het beter om wat langzamer te maaien.
Na gebruik
Veiligheid na het werk
Algemene veiligheid
•
Zet de machine altijd af, wacht totdat alle
bewegende onderdelen tot stilstand zijn
gekomen en laat de machine afkoelen voordat
u de machine afstelt, reinigt, stalt of er
onderhoudswerkzaamheden aan verricht.
•
Verwijder gras en vuil van de machine om brand te
voorkomen. Neem gemorste olie of brandstof op.
•
Bewaar de machine of brandstofhouder nooit bij
10).
een open vlam, vonk of waakvlam bij bv. een
geiser of andere apparaten.
De machine veilig vervoeren
•
Bevestig de machine.
•
Wees voorzichtig bij het in- en uitladen van de
machine.
14