3
Druk op I.
• Het instelmenu voor het selecteren van de foto verschijnt als het printen
is voltooid. Om een andere foto te printen, selecteert u met HI de
gewenste foto en drukt u op A.
• Om af te sluiten, koppelt u het USB-kabeltje los van de camera terwijl het
scherm voor het selecteren van de foto wordt weergegeven.
Aangepast afdrukken
1
Sluit de camera met de meegeleverde USB-kabel aan op de
printer en schakel de camera in.
• Als de camera wordt ingeschakeld, moet een
dialoogvenster op de monitor verschijnen om
een host te kiezen. Als dit niet het geval is,
selecteer dan [Print] voor [USB Connection]
(Blz. 56) in het instellingenmenu.
2
Volg de bedieningshandleiding voor het
instellen van een afdrukoptie.
De afdrukmodus selecteren
Selecteer de manier van afdrukken (afdrukmodus). De beschikbare
afdrukmodi staan hieronder vermeld.
Print
Alles
afdrukken
Meerdere
afdrukken
Index van alles
Afdrukvolg-
orde
76 NL
De geselecteerde foto's worden afgedrukt.
Alle foto's die op het kaartje zijn opgeslagen, worden
afgedrukt. Elke foto wordt één keer afgedrukt.
Drukt meerdere exemplaren van dezelfde foto af als
afzonderlijke beelden op een enkel blad.
Drukt een index af van alle foto's die op het kaartje zijn
opgeslagen.
Drukt af overeenkomstig de gemaakte afdrukreservering
(Blz. 78). Als er geen foto met afdrukreservering bestaat,
is deze functie niet beschikbaar.
Print Mode Select
Back
Print
All Print
Multi Print
All Index
Print Order
MENU