Fotograferen met de basisfuncties
De fotografeerstanden gebruiken
De fotografeerstand selecteren
Draai aan de functieknop om de
fotografeerstand in te stellen op de indicator.
• Kies na het selecteren van O , ART, P of k, de
substand.
Lijst van fotografeerstanden
• De standaardinstellingen van de functie zijn aangegeven in
Stand Fotograferen
P (Programmeerstand)
A (iAUTO-stand)
k (microscoop)
O (sceneprogr.)
A (stand A)
ART (kunstfilter)
P (PHOTO STORY)
C (aangepaste stand)
• "Lijst van beschikbare instellingen in elke fotografeerstand" (Blz. 100), "Lijst van
O -instellingen" (Blz. 102), "Lijst van ART-instellingen" (Blz. 101)
• In bepaalde opnamestanden kan het enkele ogenblikken duren om het beeld
te verwerken nadat een foto werd gemaakt.
20 NL
Substand
m Microscope/o Focus Stacking/
p Focus BKT/n Microscope Control
B Portrait/e e-Portrait/F Landscape/
1 Interval Shooting/H Hand-Held Starlight/
G Night Scene/U Night+Portrait/C Sport/
2 Indoor/3 Self Portrait/` Sunset/
X Fireworks/_ Cuisine/^ Documents/
g Beach & Snow/] Snapshot /\ Wide1/
[ Wide2/w Macro/s Snow/
s Panorama/E Backlight HDR
Pop Art/Soft Focus/Pale&Light Color/
Grainy Film/Pin Hole/Diorama/Dramatic Tone
Standaard/Snelheid/Leuke frames
–
–
–
–
.
Blz. 9
Blz. 21
Blz. 21
Blz. 22
Blz. 26
Blz. 27
Blz. 28
Blz. 29