Voor de bedieningsmethode raadpleegt u (Blz. 41).
Het camerageluid en -volume selecteren d [Sound Settings]
Submenu 2
Submenu 3
Geluidssig-
1/2/3
naal
Volume
0/1/2/3/4/5
0/1/2/3/4/5
q Volume
d Instellingenmenu 2
De beeldverwerkingsfunctie aanpassen d [Pixel Mapping]
• Deze functie is in de fabriek al ingesteld en hoeft direct na de aankoop niet te
worden bijgesteld. Het wordt aanbevolen dit één keer per jaar te doen.
• Voor de beste resultaten wacht u minstens één minuut nadat u foto's heeft
gemaakt of bekeken voor u Pixel-Mapping uitvoert. Als u tijdens Pixel-
Mapping de camera uitschakelt, dient u de procedure opnieuw uit te voeren.
De beeldverwerkingsfunctie aanpassen
Druk op A wanneer [Start] (Submenu 2) wordt weergegeven.
• De controle en aanpassing van de beeldverwerkingsfunctie begint.
De helderheid van de monitor aanpassen d [s]
1 Gebruik FG om de helderheid aan te passen
terwijl u het scherm bekijkt en druk daarna op A.
Voor het selecteren van de camerageluiden
(bedieningsgeluiden, sluitergeluid en
waarschuwingsgeluid).
Selecteert het bedieningsvolume voor de
cameraknoppen.
Selecteert het weergavevolume voor beelden.
Toepassing
s
Back
MENU
NL 57
57
NL