4
Programmeer het geselecteerde
track- of bestandsnummer.
Druk op ENTER om het geselecteerde
track of bestand in te voeren.
CD
"– –.– –" verschijnt als de totale duur
van het programma langer is dan
100 minuten voor een cd of als u een
MP3-audiotrack kiest.
USB
De totale programmaduur kan niet
worden afgebeeld, en dus wordt
"– –.– –" afgebeeld.
5
Herhaal de stappen 3 t/m 4 om
aanvullende tracks of bestanden
te programmeren tot een
maximum van 25 tracks of
bestanden.
6
Druk op de toets N om uw
programma van tracks en
bestanden weer te geven.
Het programma blijft beschikbaar
totdat u de disclade opent. Om
hetzelfde programma nogmaals weer
te geven, selecteert u de CD-functie en
drukt u daarna op N.
Uitschakelen van de programma-
weergave
Druk terwijl de speler in de stopstand staat
herhaaldelijk op PLAY MODE totdat
"PGM" uitgaat.
Wissen van de laatste track of
bestand van het programma
Druk met de speler in de stopstand op de
toets CLEAR.
Bekijken van informatie over het
programma, zoals het aantal tracks
in het programma
Druk herhaaldelijk op de toets DISPLAY.
20
NL
Optionele
geluidscomponenten
gebruiken
1
Bereid de geluidsbron voor.
Sluit een extra audiocomponent aan
met behulp van een analoge kabel (niet
bijgeleverd) op de DVD/PC IN L/R-
aansluiting van het apparaat.
2
Stel het volumeniveau in op het
minimum.
Druk herhaaldelijk op VOLUME – (of
draai de VOLUME-regelaar op het
apparaat) totdat "VOL MIN" wordt
afgebeeld op het display.
3
Selecteer de PC-functie.
Druk herhaaldelijk op de toets
FUNCTION.
4
Start de weergave.
Begin met het weergeven van de
aangesloten component en stel het
volumeniveau in.
Opmerkingen
• Het systeem kan automatisch in de stand-
bystand worden gezet als het volumeniveau
van de aangesloten component te laag is. Stel
het volumenivau van de component in. Zie
"De automatische stand-byfunctie
uitschakelen" (pag. 31).
• Zorg ervoor dat u het volumeniveau verlaagt
naar het minimumniveau voordat u een
audiocomponent aansluit of loskoppelt. Als u
dat niet doet, kan ruis worden gegenereerd,
kan een storing in het systeem optreden of kan
"PROTECT" worden afgebeeld op het display
(pag. 25).