VEILIGHEID
De fabrikant is verplicht alle gebreken aan pro-
ducten die door hem zijn verkocht te verhelpen,
indien aan de volgende voorwaarden is voldaan.
1.8.1. Algemeen
• Het gaat om een kwaliteitsgebrek in het materi-
aal, de fabricage en/of de constructie.
• De gebreken werden binnen de overeengeko-
men garantietermijn schriftelijk bij de fabrikant
gemeld.
• Het product is alleen gebruikt onder de beoogde
gebruiksvoorwaarden.
• Alle veiligheids- en bewakingssystemen zijn door
gekwalificeerd personeel aangesloten en gecon-
troleerd.
1.8.2. Garantieperiode
De garantieperiode heeft, indien niet anders over-
eengekomen, een duur van 12 maanden vanaf
ingebruikneming, of maximaal 18 maanden vanaf
leveringsdatum. Indien anders overeengekomen,
dient dit schriftelijk in de orderbevestiging aan-
gegeven te zijn. Deze is ten minste geldig tot het
overeengekomen einde van de garantieperiode
van het product.
1.8.3. Vervangingsonderdelen, veranderingen
Er mogen enkel originele vervangingsonderdelen
van de fabrikant voor reparaties, vervangingen
en veranderingen gebruikt worden. Enkel deze
onderdelen garanderen de langste gebruiks-
duur en de hoogste veiligheid. Deze onderdelen
werden speciaal voor onze producten ontworpen.
Eigenmachtige veranderingen of het gebruik van
niet-originele onderdelen kan zware schade aan
het product en/of ernstig letsel veroorzaken.
1.8.4. Onderhoud
De voorgeschreven onderhouds- en inspectie-
werkzaamheden moeten regelmatig uitgevoerd
worden. Deze werkzaamheden mogen enkel door
opgeleide, gekwalificeerde en geautoriseerde
personen uitgevoerd worden. Onderhouds-
werkzaamheden die niet in deze gebruiks- en
onderhoudsvoorschriften vermeld zijn en alle
reparatiewerkzaamheden mogen enkel door de
fabrikant en in door hem geautoriseerde service-
werkplaatsen uitgevoerd worden.
1.8.5. Schade aan het product
Schade en storingen die de veiligheid in gevaar
brengen, moeten onmiddellijk, volgens de voor-
schriften, door het daarvoor opgeleide personeel
verholpen worden. Het product mag enkel in een
technisch perfecte staat gebruikt worden. Tijdens
de overeengekomen garantieperiode, mag de
reparatie van het product alleen door de fabrikant
en/of een geautoriseerde servicewerkplaats wor-
den uitgevoerd! De fabrikant behoudt zich hier
ook het recht voor om het beschadigde product
door de exploitant ter controle naar de fabriek te
laten sturen!
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Drain MTC 32
1.8.6. Uitsluiting van aansprakelijkheid
Voor schade aan het product geldt geen garantie
of aansprakelijkheid indien een of meerdere van
de volgende punten van toepassing is/zijn:
• verkeerde interpretatie van de fabrikant door het
verstrekken van onvoldoende en/of verkeerde
gegevens door de exploitant resp. opdrachtgever
• het niet in acht nemen van de veiligheidsvoor-
schriften en de voorschriften en bepalingen
die volgens de Duitse en/of lokale wet en deze
gebruiks- en onderhoudsvoorschriften gelden
• niet beoogd gebruik
• foutieve opslag en transport
• montage/demontage die in strijd is met de voor-
schriften
• slecht onderhoud
• foutieve reparatie
• slechte bouwgrond, resp. bouwwerkzaamheden
• chemische, elektrochemische en elektrische
invloeden
• slijtage
De aansprakelijkheid van de fabrikant sluit dus
ook elke aansprakelijkheid voor letsel, materiële
en/of vermogensschade uit.
2. Veiligheid
In dit hoofdstuk zijn alle algemeen geldende
veiligheidsvoorschriften en technische aanwij-
zingen opgesomd. Bovendien staan in alle andere
hoofdstukken specifieke veiligheidsvoorschriften
en technische aanwijzingen. Tijdens de verschil-
lende levensfasen (opstelling, gebruik, onder-
houd, transport, enz.) van het product moeten
alle voorschriften en aanwijzingen in acht worden
genomen en worden nageleefd! De exploitant is
ervoor verantwoordelijk dat het volledige perso-
neel zich aan deze aanwijzingen en voorschriften
houdt.
2.1. Aanwijzingen en veiligheidsvoorschriften
In deze handleiding worden aanwijzingen en
veiligheidsvoorschriften gegeven ter voorkoming
van materiële schade en letsel. Om dit eenduidig
kenbaar te maken voor het personeel worden de
aanwijzingen en veiligheidsvoorschriften onder-
scheiden zoals hieronder beschreven.
2.1.1. Aanwijzingen
Een aanwijzing heeft een „vet" lettertype. De
aanwijzingen bevatten tekst die korte aanwijzin-
gen benadrukt, of die naar de voorafgaande tekst
of bepaalde alinea's verwijst.
Voorbeeld:
Let op dat producten met drinkwater vorstvrij
moeten worden opgeslagen!
2.1.2. Veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsvoorschriften zijn iets ingesprongen en
hebben een „vet" lettertype. Ze beginnen altijd
met een signaalwoord.
Voorschriften die alleen op materiële schade wij-
zen, zijn in grijze letters gedrukt en bevatten geen
veiligheidstekens.
Nederlands
57