Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrisch Systeem; Draairichtingscontrole; Niveauregeling; Gebruik In Explosiegevaarlijke Zones - Wilo Drain MTC 32 Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

INGEBRUIKNEMING

• Elektrotechnische en mechanische instellingen
moeten door vakkundig personeel worden uitge-
voerd.
• Het product is geschikt voor het gebruik onder de
aangegeven gebruiksomstandigheden.
• In de werkzone van het product mogen zich geen
personen ophouden! In de werkzone mogen bij
het inschakelen en/of tijdens het gebruik geen
mensen aanwezig zijn.
• Bij werkzaamheden in besloten ruimtes moet
altijd een tweede persoon aanwezig zijn. Bij
gevaar voor giftige gassen moet voor voldoende
ventilatie worden gezorgd.

6.1. Elektrisch systeem

De aansluiting van het product en het leggen van
de stroomleidingen moet worden uitgevoerd con-
form hoofdstuk „Opstelling", de VDE-richtlijnen
en de nationale voorschriften.
Het product moet volgens de voorschriften wor-
den beveiligd en geaard.
Let op de draairichting! Bij een verkeerde draai-
richting zorgt het aggregaat niet voor het aange-
geven vermogen en kan het beschadigd raken.
Alle bewakingssystemen zijn aangesloten en op
juiste werking gecontroleerd.
GEVAAR door elektrische stroom!
Er bestaat levensgevaar door een ondeskun-
dige omgang met stroom! Alle producten,
die met vrije kabeluiteinden (zonder stekker)
worden geleverd, moeten door een gekwalifi-
ceerde elektrotechnicus worden aangesloten.

6.2. Draairichtingscontrole

In de fabriek is het product gecontroleerd en
ingesteld op de juiste draairichting. De aansluiting
moet volgens de aanwijzingen voor de draadaan-
duiding worden uitgevoerd.
De juiste draairichting van het product moet voor
het onderdompelen worden gecontroleerd.
Een testloop mag alleen onder de algemene
gebruiksomstandigheden worden uitgevoerd.
Het inschakelen van een aggregaat dat niet is
ondergedompeld, is ten strengste verboden!
6.2.1. Controle van de draairichting
De draairichting moet door een lokale elektro-
technicus worden gecontroleerd met een draai-
veldcontroletoestel. Voor de juiste draairichting
moet er een rechtsdraaiend draaiveld aanwezig
zijn.
Het product is niet geschikt voor het gebruik
met een linksdraaiend draaiveld!
6.2.2. Bij verkeerde draairichting
Bij gebruik van Wilo-schakelapparaten
De Wilo-schakelapparaten zijn zodanig gecon-
cipieerd, dat de aangesloten producten in de
juiste draairichting draaien. Bij een verkeerde
draairichting moeten 2 fases/geleiders van het
schakelapparaat aan de netvoedingszijde worden
verwisseld.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Drain MTC 32
Bij schakelkasten ter plaatse:
Bij verkeerde draairichting moeten bij motoren
met directe start 2 fases worden verwisseld, bij
ster-driehoekstart moeten de aansluitingen van
twee wikkelingen worden verwisseld, bijv. U1 met
V1 en U2 met V2.

6.3. Niveauregeling

De juiste instelling van de niveauregeling vindt u
in de handleiding van de niveauregeling.
De volgende punten moeten worden gecontro-
leerd:
• Bij het gebruik van vlotterschakelaars moet erop
worden gelet dat deze zich vrij kunnen bewegen
in de ruimte!
• Correct leggen van de stroomkabels.
• Het minimale waterpeil mag niet worden onder-
schreden!
• De maximale schakelfrequentie mag niet worden
overschreden!

6.4. Gebruik in explosiegevaarlijke zones

Het definiëren van de explosiegevaarlijke zone is
de taak van de exploitant. Binnen een explosie-
gevaarlijke zone mogen alleen producten met een
ATEX‑certificering worden gebruikt.
Aangebouwde schakelapparaten en stekkers
moeten op deze toepassing in explosiegevaar-
lijke zones worden gecontroleerd.
Producten met een ATEX‑certificering zijn als
volgt gemarkeerd op het typeplaatje:
• ATEX-symbool
• ATEX‑classificatie, bijv. Ex d IIB T4
• ATEX-toelatingsnummer, bijv ATEX1038X
LEVENSGEVAAR door explosie!
Producten zonder ATEX-markering hebben
geen ATEX‑certificering en mogen niet in
deze zones worden gebruikt! Alle toebehoren
(incl. aangebouwd schakelapparaat/stekker)
moet voor het gebruik in explosiegevaarlijke
zones zijn toegelaten!
Wanneer droge motoren uit het medium ge-
haald zijn, moeten ze voor de herinschakeling
volledig gevuld worden, zodat de benodigde
koeling wordt bereikt!
6.5. Ingebruikneming
Kleine olielekken aan de glijringafdichting bij de
levering vormen geen probleem en moeten voor
het neerlaten of het onderdompelen in het trans-
portmedium verholpen worden.
De werkzone van het aggregaat is een gevaren-
zone! In de werkzone mogen bij het inschakelen
en/of tijdens het gebruik geen mensen aanwe-
zig zijn.
Voor de eerste inschakeling moet de inbouw
volgens het hoofdstuk Opstelling worden ge-
controleerd en een isolatiecontrole volgens het
hoofdstuk Onderhoud worden uitgevoerd.
Nederlands
69

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave