OPSPOREN EN VERHELPEN VAN STORINGEN
3.
Instellen van de spleet door verwijderen van een
vulring (2).
4. Snede (1) erop steken en bevestiging van de sne-
de (3) weer aanbrengen.
5.
Snijspleet controleren en controleren of de snede
vrij kan bewegen.
6.
Wanneer de snijspleet in orde is, bevestiging (3)
losdraaien, met Loctite-schroefborging bevoch-
tigen en de bevestiging (3) stevig vastdraaien
(MTC 32F39: 8 Nm; MTC 32F49...F55: 60 Nm).
8.4.2. Achteraf monteren van de afdichtingsruim-
te-elektrode voor bewaking van de oliesper-
kamer
Voor de bewaking van in de oliesperkamer
dringend water kan achteraf een staafelektrode
worden gemonteerd of een defecte elektrode
worden vervangen.
De staafelektrode wordt hierbij eenvoudig in een
bestaande boring in de afdichtingsbehuizing
geschroefd.
Afdichtingsruimtecontrole voor MTC 32F17...
F33
De staafelektrode wordt in de boring voor het
aftappen/vullen van de olie geschroefd. Vervang
de sluitschroef door de staafelektrode.
Afdichtingsruimtecontrole voor MTC 32F39...
F55
De staafelektrode wordt in een aparte boring
geschroefd. Deze is aangeduid met de aanduiding
„DKG". Vervang de sluitschroef door de staafe-
lektrode.
Montage van de afdichtingsruimtecontrole
1.
Aggregaat op een vaste ondergrond zetten, zodat
de sluitschroef naar boven wijst.
Let erop dat het aggregaat niet kan omvallen
en/of wegglijden!
2.
Sluitschroef voorzichtig en langzaam eruit draai-
en.
Attentie: De bedrijfsstof kan onder druk staan!
Daardoor kan de schroef eruit worden geslin-
gerd.
3.
Staafelektrode erin draaien en vastdraaien.
4. De wijze waarop de afdichtingsruimtecontrole
moet worden aangesloten vindt u in het hoofd-
stuk „Elektrische aansluiting".
9. Opsporen en verhelpen van storingen
Om materiële schade en letsel bij het verhelpen
van storingen aan het product te vermijden,
moeten de volgende punten absoluut in acht
genomen worden:
• Verhelp een storing enkel als u over gekwali-
ficeerd personeel beschikt, d.w.z. dat de ver-
schillende werkzaamheden door geschoold en
vakkundig personeel uitgevoerd moeten worden,
zo moeten elektrische werkzaamheden door een
elektrotechnicus uitgevoerd worden.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Drain MTC 32
• Beveilig het product altijd tegen onbedoeld
inschakelen door deze van het elektriciteitsnet te
scheiden. Tref de nodige voorzorgsmaatregelen.
• Verzeker altijd de beveiligingsuitschakeling van
het product door een tweede persoon.
• Borg bewegende delen, zodat er niemand gewond
kan raken.
• Eigenmachtige veranderingen aan het product
zijn voor eigen risico, voor eventuele schade die
hierdoor ontstaat kan de fabrikant niet aanspra-
kelijk worden gesteld!
9.1. Storing: aggregaat start niet
1.
Onderbreking in de stroomtoevoer, kortsluiting
resp. aardsluiting aan de leiding en/of motorwik-
keling
• Leiding en motor door een vakman laten con-
troleren en evt. laten vervangen
2.
Uitvallen van zekeringen, contactors en/of bewa-
kingssystemen
• Aansluitingen door een vakman laten controle-
ren en evt. laten veranderen.
• Contactor en zekeringen conform de tech-
nische vereisten laten inbouwen of instellen,
bewakingssystemen resetten.
• Loopwiel op soepele gang controleren en evt.
reinigen resp. opnieuw bruikbaar maken.
3.
Afdichtingsruimtecontrole (optioneel) heeft het
stroomcircuit onderbroken (afhankelijk van de
exploitant)
• Zie storing: lekkage van de glijringafdichting,
afdichtingsruimtecontrole meldt storing of
schakelt het aggregaat uit
9.2. Storing: aggregaat start, de contactor schakelt
echter kort na de ingebruikneming uit
1.
Thermisch uitschakelsysteem aan de contactor
verkeerd ingesteld
• Door een vakman de instelling van het uitscha-
kelsysteem met de technische gegevens laten
vergelijken en evt. laten corrigeren
2.
Verhoogd stroomverbruik door grote spannings-
daling
• Door een vakman de spanningswaarden van
de verschillende fasen laten controleren en de
aansluiting evt. laten veranderen
3.
2-faseloop
• Aansluiting door een vakman laten controleren
en evt. laten herstellen
4. Te grote spanningsverschillen op de 3 fasen
• Aansluiting en schakelinstallatie door een vak-
man laten controleren en evt. laten herstellen
5.
Verkeerde draairichting
• 2 fasen van de netleiding wisselen
6.
Loopwiel door vastgeplakte delen, verstoppingen
en/of vaste delen afgeremd, verhoogd stroom-
verbruik
• Aggregaat uitschakelen, tegen herinschakelen
beveiligen, loopwiel vlot maken resp. zuigstuk
reinigen
7.
Dichtheid van het medium is te hoog
• Contact opnemen met de fabrikant
Nederlands
75