Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Voor Het Inschakelen; Gedrag Tijdens Het Gebruik - Wilo Drain MTC 32 Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

Nederlands
WAARSCHUWING voor kneuzingen!
Bij transporteerbare opstellingen kan het
aggregaat bij het inschakelen en/of tijdens
het gebruik omvallen. Zorg ervoor dat het
aggregaat op een vaste ondergrond staat en
de pompvoet juist is gemonteerd.
Omgevallen aggregaten moeten voor het rechtop
zetten eerst worden uitgeschakeld.

6.5.1. Voor het inschakelen

De volgende punten moeten worden gecontro-
leerd:
• kabelgeleiding – geen lussen, licht gespannen
• temperatuur van het transportmedium en dom-
peldiepte controleren – zie Technische gegevens
• wanneer aan drukzijde een slang wordt gebruikt,
moet die voor gebruik met helder water uitge-
spoeld worden, zodat er geen afzettingen meer
zijn die tot verstoppingen kunnen leiden
• grote verontreinigingen van de pompput moeten
worden gereinigd
• het leidingsysteem moet aan de druk- en aan-
zuigzijde worden gereinigd
• alle schuiven aan de druk- en aanzuigzijde moe-
ten worden geopend
LEVENSGEVAAR door explosie!
Als de schuifkleppen aan de zuig- en drukzij-
de tijdens het gebruik gesloten zijn, wordt het
medium in de behuizing van het hydraulisch
systeem verwarmd door de pompbeweging.
Door de verwarming komt de behuizing van
het hydraulisch systeem onder grote druk te
staan. De druk kan leiden tot het explode-
ren van het aggregaat! Controleer voor het
inschakelen of alle schuiven geopend zijn en
open eventuele gesloten schuiven.
• De behuizing van het hydraulisch systeem moet
worden ondergedompeld, d.w.z. dat deze volledig
met medium gevuld moet zijn en dat er zich geen
lucht meer in mag bevinden. De ontluchting
kan door geschikte ontluchtingssystemen in de
installatie of, indien aanwezig, door ontluchtings-
schroeven aan het drukstuk gebeuren.
• Controleren of de toebehoren, het buisleidingsys-
teem en het bevestigingssysteem goed en correct
vastzitten
• Controle van aanwezige niveauregelingen of
droogloopbeveiliging
6.5.2. Na het inschakelen
De nominale stroom wordt bij het opstarten kort
overschreden. Na het opstarten mag de bedrijfs-
stroom de nominale stroom niet meer overschrij-
den.
Als de motor na het inschakelen niet onmiddellijk
aanslaat, moet deze onmiddellijk uitgeschakeld
worden. Voor het opnieuw inschakelen moeten de
schakelpauzes volgens het hoofdstuk „Techni-
sche gegevens" in acht genomen worden. Bij een
volgende storing moet het aggregaat onmiddellijk
weer worden uitgeschakeld. Een nieuwe inscha-
70
kelprocedure mag pas uitgevoerd worden als de
fout verholpen is.

6.6. Gedrag tijdens het gebruik

Bij het gebruik van het product moeten de ter
plaatse geldende wetten en voorschriften voor
veiligheid op de werkplek, ongevallenpreventie
en de omgang met elektrische machines in acht
worden genomen. Voor de veiligheid moet de
exploitant duidelijk de bevoegdheden van het
personeel vastleggen. Het volledige personeel is
verantwoordelijk voor het naleven van de voor-
schriften.
Het product is uitgerust met bewegende compo-
nenten. Tijdens het gebruik draaien deze compo-
nenten om het medium te kunnen transporteren.
Door bepaalde stoffen in het transportmedium
kunnen op de bewegende componenten zeer
scherpe randen worden gevormd.
WAARSCHUWING voor draaiende componen-
ten!
De draaiende componenten kunnen ledema-
ten beknellen en afsnijden. Grijp tijdens het
gebruik nooit in het hydraulisch systeem of de
draaiende componenten.
• Voor onderhouds- en reparatiewerkzaamhe-
den moet het product worden uitgeschakeld,
van het elektriciteitsnet worden gescheiden
en tegen onbevoegd herinschakelen worden
beveiligd.
• Laat de draaiende delen tot stilstand komen!
De volgende punten moeten regelmatig worden
gecontroleerd:
• bedrijfsspanning (toegestane afwijking +/-
‑5 % van de toegekende spanning)
• frequentie (toegestane afwijking +/‑ 2 % van
de toegekende frequentie)
• stroomopname (toegestane afwijking tussen
de fasen max. 5 %)
• spanningsverschil tussen de verschillende fasen
(max. 1 %)
• schakelfrequentie en -pauzes (zie Technische
gegevens)
• ingesloten lucht in de toevoer, eventueel moet
een stootplaat worden aangebracht
• minimaal onderdompelingspeil, niveauregeling,
droogloopbeveiliging
• rustige loop
• schuifkleppen in de toevoer- en drukleiding
moeten geopend zijn
LEVENSGEVAAR door explosie!
Als de schuifkleppen aan de zuig- en drukzij-
de tijdens het gebruik gesloten zijn, wordt het
medium in de behuizing van het hydraulisch
systeem verwarmd door de pompbeweging.
Door de verwarming komt de behuizing van
het hydraulisch systeem onder grote druk te
staan. De druk kan leiden tot het explode-
ren van het aggregaat! Controleer voor het
inschakelen of alle schuiven geopend zijn en
open eventuele gesloten schuiven.
WILO SE 05/2016 V4.0 DIN A4
INGEBRUIKNEMING

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave