Let op
TPMS is als optie leverbaar voor alle
modellen.
Het
voor
werkt
bandenspanningscontro-
lesysteem (TPMS, zie pagina 106).
Het waarschuwingslampje gaat alleen
branden wanneer de bandenspanning
voor of achter onder de aanbevolen
spanningswaarde ligt. Het gaat niet
branden wanneer de bandenspanning
te hoog is.
Wanneer
het
brandt, wordt op het display auto-
matisch het TPMS-symbool getoond.
Daaraan is tevens te zien welke band te
slap is en wat de druk in die band is.
1 2 3 4
5
1.
TPMS-symbool
2.
Indicatie voorband
3.
Indicatie achterband
4.
Waarschuwingslampje bandenspanning
5.
Bandenspanning
De bandenspanning waarbij het waar-
schuwingslampje gaat branden wordt
gecompenseerd tot 20 °C, maar de
bijbehorende
digitale
niet (zie pagina 179). Zelfs wanneer het
digitale display precies of ongeveer
waarschuwingslampje
de
bandenspanning
samen
met
waarschuwingslampje
drukweergave
Algemene informatie
de
standaard
aan te geven wanneer het waarschu-
wingslampje brandt, wordt een lage
bandenspanning aangegeven. Een lekke
band is dan de meest waarschijnlijke
oorzaak.
het
Snelheidsmeter en kilometerteller
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid
van de motorfiets aan.
De kilometerteller geeft de totale door
de motorfiets afgelegde afstand weer.
Toerenteller
Laat het motortoerental nooit oplopen
tot in de 'rode zone', omdat dit kan
leiden tot ernstige motorschade.
De toerenteller geeft het motortoerental
weer in omwentelingen per minuut
- omw/min. Aan het einde van het
toerentellerbereik bevindt zich de rode
zone.
Toerentallen in het rode gebied liggen
boven het aanbevolen maximumtoe-
rental en ook boven het toerentalbereik
waarbij de motor de beste prestaties
levert.
bandenspanning
Voorzichtig
lijkt
83