Algemene informatie
Let op
Tractiecontrole werkt niet in geval van
een storing aan het ABS-systeem. In dat
geval branden de waarschuwingslampjes
voor de ABS en tractiecontrole en het
storingslampje.
Waarschuwingslampje
Tractiecontrole (TC) uitgeschakeld
Het
voor uitgeschakelde TC mag
alleen gaan branden bij een
storing of als de tractiecon-
trole uitgeschakeld is.
Als
het
waarschuwingslampje
enig ander moment onder het rijden
gaat branden, betekent dit dat er een
storing met het tractiecontrolesysteem
is opgetreden die nader moet worden
onderzocht.
Richtingaanwijzers
Wanneer de richtingaanwij-
zerschakelaar naar links of
naar rechts wordt gedraaid,
knippert het waarschuwings-
lampje
van
de
hetzelfde tempo als de richtingaanwijzer
zelf.
Alarmknipperlichten
Om de alarmknipperlichten aan of uit te
zetten, drukt u kort op de alarmknipper-
lichtschakelaar.
De alarmknipperlichten werken alleen
als het contact op ON (AAN) staat.
De alarmknipperlichten blijven aan als
het contact wordt uitgeschakeld, totdat
de
alarmknipperlichtschakelaar
wordt ingedrukt.
46
waarschuwingslampje
richtingaanwijzer
weer
Grootlichtlampje
Wanneer het contact wordt
ingeschakeld en de dimscha-
kelaar
ingesteld, gaat het waarschu-
wingslampje voor grootlicht branden.
Dagrijlichten (DRL) (indien
gemonteerd)
Wanneer het contact wordt
ingeschakeld en de dagrijlicht-
schakelaar op dagrijlicht is
ingesteld, gaat het waarschu-
wingslampje voor dagrijlicht branden.
op
De dagrijlichten en dimlichten worden
met de hand bediend via een schakelaar
op de linker schakelaarbehuizing, zie
pagina 46.
Rij niet langer dan noodzakelijk met
het dagrijlicht (DRL) als het omge-
vingslicht zwak is.
Als het donker is, in tunnels, of als de
omgevingsverlichting zwak is, kunnen
de dagrijlichten het zicht belemmeren
in
of andere weggebruikers verblinden.
Verblinding van andere weggebruikers
of beperkt zicht bij slechte verlichting
kan leiden tot verlies van controle over
de motorfiets en een ongeval.
Let op
Overdag
zorgt
ervoor dat de motorfiets beter zichtbaar
is voor andere weggebruikers.
In andere situaties moet het dimlicht
worden gebruikt, tenzij de verkeerssitu-
atie het gebruik van grootlicht mogelijk
maakt.
op
grootlicht
Waarschuwing
de
dagrijverlichting
is