REMKO HTS
Afb. 35: Ontbramen van de koudemiddelleiding
1: Koudemiddelleiding
2: Ontbramer
Aansluiten aan het apparaat
n
Haal de afdekkappen van de buizen.
n
Hier moet de verbinding van de koudemiddel-
leidingen aan de apparaataansluitingen plaats-
vinden. Vervolgens wordt de verbinding, onder
toevoeging van gedroogd stikstof, overeen-
komstig de standaard gesoldeerd.
n
De geïnstalleerde koudemiddelleidingen
moeten voorzien worden van geschikte iso-
latie.
n
Bijzondere maatregelen voor de olieterugvoer
van de compressorolie hoeven niet te worden
getroffen.
AANWIJZING!
Er mag alleen gereedschap worden gebruikt,
dat geschikt is voor gebruik in de koeltechniek
(bijv.: buigtang, pijpsnijder, ontbramer en fels-
gereedschap) koelmiddelbuizen mogen niet
worden afgezaagd.
AANWIJZING!
Bij alle werkzaamheden dient te worden uitge-
sloten dat vuil, spaanders, water enz. in de
koelmiddelleidingen terechtkomt!
54
1
2
AANWIJZING!
Het solderen mag alleen in een veilige atmos-
feer plaatsvinden!
9.2 Koeltechnische inbedrijfstelling
Controle op lekkages
Zodra alle aansluitingen gemaakt zijn, wordt het
manometerstation als volgt aangesloten op de
schraderkleppen, indien aanwezig:
blauw = grote klep = zuigdruk
Na het maken van alle aansluitingen wordt de lek-
test met droge stikstof uitgevoerd. Voor het contro-
leren op lekkages lekzoekspray spuiten op alle
aansluitingen. Zijn bellen te zien, is de aansluiting
niet correct uitgevoerd. Maak dan een nieuwe sol-
deerverbinding.
Ontluchten
Na succesvolle lektest, de overdruk uit de koude-
middelleidingen ontlasten en een vacuümpomp
met een absolute onderdruk van min. 10 mbar
aansluiten, om te zorgen voor een vacuüm in de
leidingen. Bovendien wordt zo het aanwezige
vocht uit de leidingen verwijderd.
De aansluitingen zijn op de binnenunit boven de
afsluitkranen te vinden.
AANWIJZING!
Er moet een vacuüm van min. 20 mbar abs.
worden bereikt!
De tijdsduur voor het verkrijgen van het vacuüm is
afhankelijk van de einddruk, leidingvolume van de
binnenunit en de lengte van de koudemiddellei-
dingen, de procedure duurt echter minimaal 60
minuten. Zodra de vreemde gassen en het vocht
volledig uit het systeem verwijderd zijn, de kleppen
van het manometerstation sluiten en de kleppen
van de buitenunit openen, zoals beschreven is in
het hoofdstuk "Inbedrijfstelling".