Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Koeling Van De Warmtepomp; Koelen Via Het Vloerverwarmingscircuit (Vloerverwarmingscircuit); Minimaal Watervolume - REMKO HTS 90 Montage- En Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor HTS 90:
Inhoudsopgave

Advertenties

REMKO HTS
7
Koeling van de
warmtepomp
Omschrijving voor het installeren van de koe-
ling
Koelen via het vloerverwarmingscircuit
(vloerverwarmingscircuit)
Als met de warmtepomp serie HTS moet worden
gekoeld, is dit mogelijk via het gemengde verwar-
mingscircuit. De hydraulische aansluiting is iden-
tiek voor het aansluiten van het verwarmingscircuit.
Als het circuit voor verwarmen en koelen wordt
gebruikt, wordt deze aangesloten zoals weerge-
geven in Afb. 26 en Afb. 28. De sensoren S12 en
S11 registreren de voorloop- en teruglooptempera-
turen.
Koelen via een afzonderlijk koelcircuit
Als voor de koeling met het systeem een extra
afzonderlijk koelcircuit naast de verwarmingscir-
cuits moet worden gebruikt, moet hiertoe in de
voorloopleiding een omschakelklep (A14), die
wordt aangestuurd met 230V, worden gemonteerd.
Deze wordt geplaatst op de regelaar op A14. Tij-
dens het koelen wordt de klep onder stroom op het
koelcircuit AB/A gezet. Als er niet wordt gekoeld,
staat de klep stroomloos op het AB/B-verwar-
mingscircuit
Dauwpuntregeling via de bekabelde afstands-
bediening Smart Control
Als met de warmtepomp serie HTS een vlakkoeling
wordt gerealiseerd, moet in de geselecteerde refe-
rentieruimte (bijv. de woonkamer) de bekabelde
afstandsbediening Smart Control worden gebruikt.
Wij adviseren deze tegen de muur te monteren.
Hierbij moet worden gewaarborgd dat de lucht in
de ruimte vrij toegankelijk langs de afstandsbedie-
ning kan stromen. De afstandsbediening regi-
streert de temperatuur en de vochtigheid in de
ruimte. Hieruit wordt het berekende dauwpunt
bepaald en wordt overeenkomstig de koelwater-
temperatuur met een voldoende veiligheidsafstand
dusdanig aangestuurd dat het dauwpunt aan het
oppervlak van de geactiveerde desbetreffende
ruimte alsook op de vrij liggende pijpleidingen niet
wordt onderschreden.
De watertemperatuur in de pijpleidingen wordt
door de regelaar boven de berekende dauw-
punttemperatuur gehouden om condensatie op
de vrij gelegen alsook de onder het pleister-
werk verborgen gelegen pijpleidingen te ver-
mijden.
50
Wij adviseren daarnaast een dauwpuntsensor
230V met bijbehorende pijptemperatuursensoren
op de voorloopleidingen buiten de warmtepomp te
monteren. Ter plekke moet de meest ongunstige
locatie worden vastgesteld voor wat betreft het
overschrijden van het dauwpunt alwaar de sensor
moet worden gemonteerd. De dauwpuntsensor
wordt dusdanig bekabeld dat deze in de toevoerlei-
ding van de EB-blokkering naar de regelaar
(ingang S16) de verbinding scheidt om de warmte-
pomp uit te schakelen.
Koeling zonder gemonteerde bekabelde
afstandsbediening in de ruimte
Als er geen aanvullende afstandsbediening buiten
de warmtepomp in de ruimte wordt geïnstalleerd,
zal de regeling van de minimale voorlooptempera-
tuur via de buitentemperatuur min 6K verlopen.
Het is daarom verplicht een extra dauwpuntsensor
230V met bijbehorende pijptemperatuursensoren
op de voorloopleidingen buiten de warmtepomp te
installeren. Ter plekke moet de meest ongunstige
locatie worden vastgesteld voor wat betreft het
overschrijden van het dauwpunt alwaar de sensor
moet worden gemonteerd. De dauwpuntsensor
wordt dusdanig bekabeld dat deze in de toevoerlei-
ding van de EB-blokkering naar de regelaar
(ingang S16) de verbinding scheidt om de warmte-
pomp uit te schakelen.
Koeling via een parallel bufferreservoir als sys-
teemgrens
Als het systeem met een parallel bufferreservoir
wordt gebruikt, dat als systeemgrens voor het ver-
bruikscircuit fungeert, mag er geen afstandsbedie-
ning worden gemonteerd in de woonruimte, als de
regeling van het verbruikende koelcircuit via een
externe regelaar wordt bediend.
Koeling via een vaste waarde
Als er geen extra afstandsbediening in de ruimte
wordt geïnstalleerd, kan de koeling ook middels
een vaste waarde verlopen die boven het dauw-
punt ligt.
AANWIJZING!

Minimaal watervolume

Mocht het bij de klant aanwezige installatie-/
watervolume in het koelcircuit kleiner dan een
koelvermogen van 5L/kW zijn, dan wordt een
extra bufferreservoir als volumevergroting aan-
bevolen. Dit kan als seriebuffer in de terugloop
of als hydraulische wissel geïntegreerd
worden. Hiervoor kan het bufferreservoir uit de
serie KPS van REMKO geleverd worden.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Hts 130Hts 200Hts 260

Inhoudsopgave