4.3 Opstellen, montage binnenunit
n
Afhankelijk van de plaatselijke voorschriften
moet de geluidsemissie van het binnenappa-
raat in acht worden genomen en evt. moeten
er maatregelen worden genomen.
n
Monteer de wandhouder altijd waterpas.
n
Met de instelschroeven aan de onderkant van
de behuizing kan de binnenunit exact waterpas
worden gesteld.
n
Monteer de binnenunit zodanig, dat aan alle
kanten voldoende ruimte voor montage- en
onderhoudswerkzaamheden overblijft. Ook
dient er voldoende ruimte aan de bovenkant te
zijn, om de veiligheidsmodule, vuilvanger, ect.
te kunnen monteren.
Afb. 17: Opstelling binnenunit
Minimale afstanden binnenunit
1000
Afb. 18: Aanbevolen minimale afstanden binnen-
unit (gegevens in mm)
4.4 Opstellen, montage buitenunit
Installatieplaats buitenunit
n
Het apparaat mag uitsluitend aan een con-
structie worden bevestigd die deze belasting
kan dragen. Let erop dat de buitenunit precies
loodrecht gemonteerd wordt. De plaats van
installatie moet goed geventileerd zijn.
n
Om het optredende lawaai zoveel mogelijk te
beperken is het aan te bevelen, het geheel op
een vloer met trillingsdempers te monteren en
een grote afstand tot geluidsreflecterende
wanden te houden.
n
Bij de installatie moeten de op de volgende
pagina aangegeven minimale vrije ruimten
worden aangehouden. Deze minimale
afstanden waarborgen een ongehinderde toe-
en afvoer van lucht. Bovendien moet worden
gezorgd, dat er voldoende ruimte is om de
montage, het onderhoud en reparaties te
kunnen uitvoeren.
n
Wordt de buitenunit in een regio met veel wind
geplaatst, moet het apparaat tegen wind
worden beschermd en is het raadzaam om
extra stabilisatie aan te brengen. Dat kan bijv.
met kabels of andere constructies worden
gerealiseerd. Bij de montage rekening houden
met de sneeuwgrens (Afb. 19).
Met een verwarmbare condensafvoer wordt het
n
wegstromen van condenswater uit de bak
gewaarborgd. Er moet worden gezorgd dat dit
condenswater vorstvrij kan worden afgevoerd
(kiezel, drainage). De voorschriften betreffende
de waterhuishouding moeten worden opge-
volgd (Afb. 23).
n
Houd bij de plaatsing rekening met de moge-
lijke sneeuwhoogte en tel hier ca. 20 cm bij op,
zodat het hele jaar door het vrij aanzuigen en
uitblazen van lucht gewaarborgd kan worden
(Afb. 19).
n
De opstellocatie van de buitenunit moet in
overleg met de gebruiker in de eerste instantie
op basis van "niet storende geluiden tijdens
bedrijf" worden bepaald en niet op basis van
de "kortste weg". Want: Dankzij de split-tech-
nologie zijn er talrijke verschillende opstelmo-
gelijkheden, bij een nagenoeg gelijkblijvend
rendement.
n
Het aanzuigen van lucht gebeurt in het
onderste gebied van de lamellen-warmtewisse-
laar. Het uitblazen van lucht gebeurt verticaal
naar boven (Afb. 20).
39