Ø pannen [cm]
Brander
Normaalbrander
Sterkbrander
Brander
Normaalbrander
Sterkbrander
– Gebruik een pan die qua diameter bij
de brander past:
grote diameter = grote brander,
kleine diameter = kleine brander.
– Houdt u aan de afmetingen uit de ta-
bel. Als u te grote pannen gebruikt,
kunnen de vlammen te ver reiken en
kan er schade aan het werkblad ont-
staan. Ook kunnen andere toestellen
beschadigd raken. De juiste pan-
grootte verhoogt de efficiency.
Pannen waarvan de diameter kleiner
is dan de pannendrager en pannen
die niet stevig op de pannendrager
staan (zonder te wiebelen) vormen
een gevaar en mogen dan ook niet
worden gebruikt.
– Op een elektrische kookplaat moeten
pannen met een vlakke bodem wor-
den gebruikt. Op een gaskookplaat
kunt u ook pannen zonder vlakke bo-
dem gebruiken en toch goede resul-
taten bereiken.
– Houdt er rekening mee dat pannenfa-
brikanten vaak de diameter aan de
bovenkant vermelden. Van belang is
echter alleen de bodemdiameter.
Minimum
onderkant
12
14
Maximum
bovenkant
22
24
De juiste pannen
– Voor gas zijn geen speciale pannen
nodig. Het materiaal moet alleen hit-
tebestendig zijn.
– Gebruik bij voorkeur pannen met een
dikke bodem, omdat de warmtever-
deling dan beter is. Bij pannen met
een dunne bodem bestaat het gevaar
dat de gerechten plaatselijk overver-
hit raken. Roer de gerechten dan ook
regelmatig om.
– Plaats altijd de bijgeleverde pannen-
drager. Het kookgerei mag niet
rechtstreeks op de brander worden
gezet.
– Plaats pannen zo op de pannendra-
ger dat deze niet kunnen kantelen.
Minimale bewegingen kunnen echter
nooit helemaal worden uitgesloten.
– Gebruik geen pannen of schalen met
een rand langs de bodem.
21