7.2
Gebruik
Wend u tot een ervaren modelsporter of een modelbouwclub als u nog niet genoeg kennis bezit over het gebruik
van op afstand bestuurde modellen.
Zet het model op een geschikte ondergrond, voordat u er een accu op aansluit. Grijp tijdens het aansluiten van
de accu niet in het bereik van draaibare onderdelen van het model; gevaar op letsel! Bij een modelauto moet de
ondergrond zo worden gekozen, dat de wielen vrij kunnen draaien. Houd de modelauto niet aan de wielen vast.
Schakel bij de ingebruikname steeds eerst de zender in. Pas daarna mag de stroomvoorziening voor de ontvan-
ger in het model worden ingeschakeld. Dit kan anders tot onvoorziene reacties van het voertuig leiden!
Controleer vóór het gebruik en terwijl het model stilstaat of het zoals verwacht op de commando´s van de af-
standsbediening reageert.
Let er tijdens het gebruik van een model altijd op, dat er zich nooit lichaamsdelen of voorwerpen in de gevaren-
zone van motoren of andere draaiende onderdelen van de aandrijving bevinden.
Verkeerd gebruik kan ernstig persoonlijk letsel en materiële schade tot gevolg hebben! Let altijd op een direct
zichtcontact met het model en gebruik het daarom ook niet 's nachts.
U mag het model alleen besturen als uw reactievermogen niet verminderd is. Vermoeidheid of beïnvloeding door
alcohol of medicijnen kunnen verkeerde reacties tot gevolg hebben.
Gebruik het model op een plaats waar u geen andere mensen, dieren of voorwerpen in gevaar brengt. Gebruik
het alleen op privéterrein of op speciaal daarvoor bestemde plaatsen.
Bij storingen moet u het gebruik van uw model onmiddellijk stopzetten en de oorzaak ervan verhelpen voordat u
het opnieuw in gebruik neemt.
Gebruik uw afstandsbediening niet bij onweer, onder hoogspanningsleidingen of in de buurt van zendmasten.
Laat de zender steeds ingeschakeld zolang het modelvoertuig in gebruik is. Bij het stoppen van het gebruik, altijd
eerst de motor stoppen en dan het ontvangstsysteem uitschakelen. Pas daarna mag de zender uitgeschakeld
worden.
Bescherm de afstandsbediening tegen vocht en sterke vervuiling.
Stel de zender niet langdurig bloot aan direct zonlicht of overmatige hitte.
Bij gebruik van zwakke batterijen in de zender neemt het bereik af. Als de batterijen of accu van de ontvanger (of
de aandrijfaccu, die bij een snelheidsregelaar met BEC ook de ontvanger van stroom voorziet) leeg raken, dan
reageert het model niet meer correct op de besturingsopdrachten van de zender.
In zo´n geval moet u het gebruik onmiddellijk stopzetten. Vervang daarna de batterijen door nieuwe of laad de
ontvangeraccu/aandrijfaccu van de ontvanger weer op.
Neem bij het gebruik van het product geen risico's! Uw eigen veiligheid en die van uw omgeving is uitsluitend
afhankelijk van het verantwoorde gebruik van het model.
6