Het model reageert niet of reageert niet juist:
Laat alle bedieningsorganen van de zender los (vooral de gashendel en het stuurwiel). Schakel dan pas de
ontvanger of het voertuig in.
Volg de gebruiksaanwijzing van de voertuig-/snelheidsregelaar en herprogrammeer de neutraalstand en de
volgasstand voor vooruit/achteruit.
Is het voertuig te ver weg? Het bereik kan bovendien worden verminderd door omgevingsinvloeden; bijv. storingen
op de zendfrequentie of de nabijheid van andere zenders (niet alleen zenders, maar ook WLAN-/Bluetooth
apparaten die eveneens een zendfrequentie van 2,4 GHz gebruiken), van metalen onderdelen, gebouwen, enz.
Leid de antennekabel van de ontvanger uit de ontvangerbox, gebruik een verticale antennebuis. Rol de anten-
nekabel niet op. Knip de antennekabel nooit door.
De auto blijft niet staan als de gas-/remhendel wordt losgelaten:
Corrigeer e trimregelaar voor de aandrijffunctie.
Volg de gebruiksaanwijzing van de voertuig-/snelheidsregelaar en herprogrammeer de neutraalstand en de
volgasstand voor vooruit/achteruit.
De aandrijffunctie is tegenovergesteld ten opzichte van de beweging van de gashendel op de zender:
Activeer de achteruit-instelling voor de aandrijffunctie op de zender, zie hoofdstuk 10.12.
De besturing is tegengesteld ten opzichte van de beweging van het draaiwiel op de zender:
Activeer de achteruit-instelling voor de stuurfunctie op de zender, zie hoofdstuk 10.9.
De stuuruitslag is te klein of het stuur beweegt niet:
Alleen als de gyro uitgeschakeld is: Verhoog de dualrate-instelling van de besturing met de draaiknop "GYRO LV
/ ST-D/R" (afb. 1, pnt. 11), zie hoofdstuk 10.8. Beweeg de draaiknop met de klok mee naar rechts.
Herprogrammeer de EPA-instelling op de zender, zie hoofdstuk 10.13.
De besturing beweegt hoewel het stuurwiel op de zender niet wordt bediend:
De in de ontvanger geïntegreerde gyro schuurt tegen een slingerende achterkant van het voertuig aan. De gyro
werkt ook wanneer het voertuig stilstaat, bijv. als u het wilt draaien of anders wilt positioneren.
Indien u de gyro niet nodig hebt, schakel deze dan uit, zie hoofdstuk 11.1.
De stuuruitslag via de gyro is te sterk/te zwak:
Stel een lagere of hogere gevoeligheid in, zie hoofdstuk 11.2.
Zorg ervoor dat de ontvanger horizontaal staat (de kabels/aansluitingen moeten naar boven wijzen). Anders zal
de gyro de ongewenste draaibeweging van het voertuig niet correct kunnen detecteren en niet correct kunnen
tegensturen.
De gyro werkt niet:
Schakel de gyro in, zie hoofdstuk 11.1.
Zorg ervoor dat de ontvanger horizontaal staat (de kabels/aansluitingen moeten naar boven wijzen). Anders zal
de gyro de ongewenste draaibeweging van het voertuig niet correct kunnen detecteren en niet correct kunnen
tegensturen.
24
-
®