Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Verbindingsfunctie - Reely GY4 Gebruiksaanwijzing

4-kanaals pistoolgreep-afstandsbediening 2,4 ghz
Inhoudsopgave

Advertenties

13 Verbindingsfunctie

Om ervoor te zorgen dat bij 2,4 GHz-afstandsbedieningen een storingsvrije signaaloverdracht kan plaatsvinden,
moeten zender en ontvanger digitaal gelijk gecodeerd zijn. De afstemming van de digitale codering (koppeling tussen
zender en ontvanger) geschiedt met behulp van de koppelfunctie (ook wel "pairing" genoemd).
Zender en ontvanger zijn in de regel reeds af fabriek op elkaar afgestemd of ingebonden en kunnen onmiddellijk
worden gebruikt.
Het vernieuwen van de binding is slechts na een ontvanger- resp. zenderwissel of voor het verhelpen van storingen
nodig.
Ga als volgt te werk:
Opgelet, belangrijk!
De EPA-instelling (zie hoofdstuk 10.13) voor de aandrijffunctie moet op maximum staan voor zowel voor-
uit- als achteruitrijden (dit betekent dat er geen snelheidsbegrenzing mag zijn).
Bovendien moet u de twee draaiknoppen "TH-D/R" (afbeelding 1, punt 10) en "GYRO LV / ST-D/R" (af-
beelding 1, punt 11) met de wijzers van de klok mee tot aan hun aanslag draaien.
Indien dit niet in acht wordt genomen, dan is het mogelijk dat het koppelingsproces u.U. niet cor-
rect wordt voltooid, aangezien de ontvanger ook wordt gekalibreerd tijdens het koppelingsproces
(waarbij de maximumstanden voor de gashendel en het stuur worden aangeleerd).
Koppel eerst de ontvanger los van de spanning-/stroomvoorziening en schakel dan het modelvoertuig uit.

Schakel de zender uit.

Plaats de ontvanger horizontaal. Bevestig deze met b.v. een stukje plakband op zijn plaats.

Houd de "BIND"-toets op de zender ingedrukt voor de koppelingsfunctie (afb. 1, punt 3) en schakel de zender in.

De LED's (afb. 1, punt 13) geven nu van links naar rechts een controlelicht aan. Laat de "BIND" knop weer los. De
zender zoekt nu gedurende ong. 10 seconden naar de ontvanger.
Terwijl het controlelampje op de zender zichtbaar is, sluit u de ontvanger weer aan op de spanning-/stroomvoor-

ziening (b.v. schakel de snelheidsregelaar in).
De LED op de ontvanger geeft nu een aantal knippersignalen en gaat na een paar seconden permanent branden.

Op de zender stopt ook het controlelicht, de LED's branden permanent (en geven zoals gebruikelijk de batterijen-/
accustatus aan).
De ontvanger bevindt zich nu in de kalibratiemodus, waarin deze de maximumstanden voor de gashendel
(vol gas vooruit/achteruit) en de maximumstanden voor de stuuruitslag links/rechts moet aanleren.
Trek de gashendel op de zender zo ver mogelijk naar de handgreep (= vol gas naar voren), en breng hem dan

terug naar de middenstand (neutraalstand). De aandrijving loopt hierbij niet.
Beweeg de gashendel zo ver mogelijk weg van de handgreep (= vol gas achteruit) en breng deze dan terug naar

de middenstand (neutraalstand). De aandrijving loopt hierbij niet.
Draai het stuurwiel op de zender linksom helemaal naar links en zet het dan terug in de middenstand (neutraal-

stand). De stuurinrichting beweegt zoals gewoonlijk.
Draai het stuurwiel met de wijzers van de klok mee helemaal naar rechts en zet het vervolgens terug in de mid-

denstand (neutraalstand). De stuurinrichting beweegt zoals gewoonlijk.
De LED in de ontvanger moet nu 3x knipperen en daarna permanent branden.

Als de LED op dit punt niet 3x knippert, dan moet u de EPA-instelling en de stand van de twee draaiknop-
pen controleren (zie opmerking aan het begin van het koppelingsproces) en deze juist instellen.
20

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave